ook van elders bij ons bekenden Kinderschrijver muller waardig, komt ons echter wat te Duitsch voor, om bij voorkeur aan Nederlandsche kinderen te worden in handen gegeven van die jaren, voor welke het geschreven is. Dat scherpe onderscheid van adellijken en burgers behaagt ons minder, en voor het togtje in den Hartz had Rec. liever iets anders in de plaats gesteld gezien, dat op ons vaderland betrekking had, daar hij, ofschoon op zich zelf geen vijand van het aankweeken van nuttige, en daarom ook van geographische kundigheden, gaarne al dat overdrevene en die aanleidingen tot het ten toon spreiden van zekere geleerdheid bij kinderen vermeden ziet.
No. 3, is grootstendeels een herdruk van een vroeger meermalen onder denzelfden titel uitgegeven boekje. De verandering, die het ondergaan heeft, bestaat daarin, dat voor een paar verhaaltjes uit het dagelijksche leven de verovering van Koevorden, de bekende trek van pieter hasselaer: ‘Zoo gij den vaandrig zoekt’ enz., en eene levenschets van j.m. baljée zijn in de plaats gesteld. Ook onder deze nieuwe gedaante zal het vroeger herhaaldelijk gedrukte werkje zeker bevallen.
No. 4, in zijne soort mede niet kwaad, is voor jongere kinderen. De gekleurde plaatjes zijn wel wat hard. Ploegt men in de Provincie Utrecht met ossen? Pl. 3. De stijl kon kinderlijker zijn. Het boeksken is ook, even als het geheele viertal, tot schoolprijsjes geschikt.