dit jaar) onze lezers met hetzelve heeft bekend gemaakt, en door rijke uittreksels den geest en de waarde van dit gedicht heeft aangetoond. Wij vergenoegen ons dus met den uitgever voor de gemeenmaking van dit stuk te danken, dat wij als eene hoogst belangrijke aanwinst beschouwen, en bij welks lezing wij verbaasd stonden over de helderheid en werkzaamheid van den vierentachtigjarigen grijsaard, uit wiens pen het vloeide. Wij twijfelen niet, of het zal door velen met graagte ontvangen zijn.