ben, om dezen tot zulk een groot geleerde en edel mensch te vormen en te leiden; daarna ging de spreker over tot de beschouwing van stratingh, als beroemd geleerde, door wiens dood de wetenschappen in het algemeen en het thans in rouw gedompeld genootschap in het bijzonder een bijna onherstelbaar verlies
hebben geleden, en vervolgens als mensch, burger, bloedverwant en vriend; terwijl de Redenaar eindelijk, op eene eenvoudige en toch roerende wijze, de bloedverwanten, ambtgenooten, vrienden en leerlingen van den diep betreurden aansprak, en met veel aandoening gewaagde van hetgeen hij vooral verloren had door den dood van stratingh.’ Op deze Redevoering volgen eenige aanteekeningen; daarna bijlagen, bestaande in courantberigten, aanspraken bij de begrafenis, enz. waaronder het belangrijkste is eene lijst van boekwerken en losse stukken, berigten, enz. door stratingh uitgegeven. Zij telt niet minder dan 94 nommers, waaronder dit Tijdschrift met weemoedige belangstelling ook het een en ander opmerkte, van 'smans hand in ons Mengelwerk geplaatst, en evenzeer getuigende van het heldere hoofd als van het edele hart des opstellers. Wat ons bij het inzien van deze lijst het eerst en meest in het oog viel, is dit, dat stratingh niet alleen ten volle op de hoogte zijner wetenschap was en bleef, maar dat hij haar ook verrijkte en uitbreidde, en vooral even vlijtig als scherpzinnig hare nuttige zijde in het oog hield; niet zoozeer wat schitterde, maar veel meer wat bruikbaar was en dadelijk nut aanbragt, werd door hem in het licht gesteld; en wij ontmoeten hier meer dan één geschrift, waarvan wij ons de juistheid, de scherpzinnigheid en groote duidelijkheid met genoegen herinnerden. Steller dezes, die stratingh niet anders dan uit zijne schriften kende, en daarom ook niet kan oordeelen over het vooraangeplaatste portret, vereerde hem sedert lang als een glansrijk licht aan den wetenschappelijken hemel van ons vaderland, en leerde hem door dit boekje ook als mensch, burger en Christen achten en beminnen; en hij kan zich niet onthouden op te merken, dat het altijd eenen hoogst weldadigen indruk op hem maakt, wanneer hij den roem der wetenschap
omstraald vindt met den zachten glans, die van den mensch uitgaat. Daarom worde dan ook deze hulde aan de nagedachtenis van eenen uitmuntenden Nederlander aanbevolen aan alle jeugdige beoefenaars der wetenschap; zij kunnen er veel uit leeren.