Anna van Breggestein, of het Gezantschap van het Eiland Ameland aan het Hof van Olivier Cromwel. Historisch-Romantische Episode uit de helft der XVIIde Eeuw, door L.M.J. van Wijk van Hoogeveen. Te Gorinchem, bij J. Noorduyn en Zoon. 1841. In gr. 8vo. 403 bl. f 3-60.
De bewoners van het eiland Ameland, in den oorlog van ons Gemeenebest met Engeland in het jaar 1652, verhinderd zijnde in hun gewoon bedrijf, de visscherij en scheepvaart, zonden, om het gevaar voor de Engelsche kapers te ontgaan, twee mannen uit hun midden, onder den titel van Afgezanten van Ameland, naar Londen, met verzoek, om, als vrije en neutrale lieden en als zoodanigen onafhankelijk van het Nederlandsche Gemeenebest, van vijandelijkheden verschoond te blijven. De toenmalige Protector cromwel stond dadelijk hun verzoek toe, en had den inval, deze mannen, even als Afgezanten van Koningen en Vorsten, op 's lands kosten te onthalen en aan zijne eigene tafel te gast te noodigen, alwaar deze Amelanders, door hunne eenvoudigheid en naïveteit, de aldaar aanwezige Engelschen en andere hooge personaadjen zeer vermaakten. Deze ware gebeurtenis verschafte aan den Schrijver den grondslag voor dezen Roman. De inval is zoo kwaad niet; maar om dien ten uitvoer te brengen, daartoe behoort meer talent, dan de Schrijver schijnt te bezitten. Of indien de Schrijver waarlijk niet van talent of aanleg ontbloot is, dan behoorde hetzelve meer