allezins echt, onderzocht zelf verder, maakte uittreksels uit Jezuïtische Schrijvers, werd nu van de ontzettende verderfelijkheid hunner Zedeleer en Staatkunde ten volle overtuigd, en moest voor de Roomsche Kerk òf diepe verachting gevoelen, omdat zij deze Orde vrijwillig duldt, ja herstelt, òf diep medelijden, omdat zij zich geheel in derzelver magt bevindt. - Zoodanig was de oorsprong van dit werk, dat hij eerst alleen voor zichzelven, tot zijne eigene grondige kennis van zaken, geschreven had. Doch toen nu, vooral na eene nieuwe en met aanmerkingen verrijkte uitgave van het werk van dallas door von kerz, verscheidene Duitsche Katholieke Tijdschriften den lof der Jezuiten overal begonnen uit te trompetten, alle beschuldigingen tegen dezelve voor lastertaal, ja die voor hen vreesden voor zwakhoofden te verklaren, en deze Orde in en vóór en boven alles aan te prijzen en aan te bevelen; nu besloot hij zijn werk uit te geven, niet alleen om die lofbazuiners te doen verstommen, of tot duchtige tegenbewijzen uit te noodigen; maar ook en vooral uit liefde voor Godsdienst en Vaderland, die beide door den invloed dezer Orde, door de Ultramontaansche partij in de Roomsche Kerk teruggewenscht, met het schromelijkste gevaar bedreigd worden. - Hierop beantwoordt hij nog eenige bedenkingen, die men hem tegen het uitgeven van dit werk zou kunnen maken; zoo als b.v. dat de tegenwoordige Jezuiten overeenkomstig den geest des tijds veranderd en verbeterd zijn; maar te regt merkt hij op, (bl. XIX) dat hunne Orde hersteld is, zonder dat ‘hare regels herzien, en overeenkomstig den tijd en in den geest van christus veranderd,’ zonder dat ‘de vroegere schandwerken, die met hare wettige goedkeuring gedrukt waren, verworpen, herroepen of vernietigd zijn.’ Gaarne erkent hij, (bl. XXII) dat ‘duizenden der Jezuiten de
zedelijkste, vroomste en godzaligste mannen waren, duizenden van hen in hunnen kring veel goeds, veel edels daargesteld hebben’; maar tevens beweert hij met regt, dat ‘hare bestuurders, die hare ziel uitmaakten, tot niets deugden, omdat zij slechts het doel hadden, om te heer-