en administrative Autoriteiten, voor Regtsbeoefenaren en vele anderen noodzakelijk, de minder omvattende arbeid, door den Weleerw. reddingius tot stand gebragt, verdient te worden goedgekeurd, als beantwoordende aan het op den titel uitgedrukte doel. Hij verkiest lei-draad en niet leid-draad te schrijven, omdat men eveneens spelt lei-band en niet leidband. Hij meldt dit in het voorberigt van dezen tweeden druk, opdat men het niet weder voor eene onoplettendheid aanzie. Naar ons inzien heeft hij wèl gedaan, met alleen de wetten en besluiten op te nemen, zonder dezelve toe te lichten: immers indien de wet door al die besluiten nog niet genoeg is toegelicht of ook wel eens verduisterd, dan zouden bijgevoegde aanteekeningen de zaak althans niet verbeteren. Ook zou zoo iets welligt te veel buiten het hoofdvak des Schrijvers liggen. Inderdaad, de wet verzinkt onder al de bijvoegselen! Dat dit niet alleen met de wet op het Armwezen het geval is, bewijst de verzameling van luttenberg.
Het verwondert ons, dat de Heer reddingius, bl. 35, wel mededeelt het Kon. Besl. van 26 Mei 1824 (Staatsblad, No. 35), maar niet spreekt van Art. 855-875 van het tegenwoordig Wetb. van Burg. Regtsv., waarbij het gratis of kosteloos procederen wordt geregeld, zoodat het Besluit van 26 Mei 1824 op hetzelfde onderwerp, schoon hier nog als geldig afgedrukt, daardoor alle kracht heeft verloren.