Mr. H.O. Feith, Redevoering, uitgesproken op het Feest, gevierd bij het vijftigjarig bestaan van het Instituut voor Doofstommen te Groningen, op den 22 van Hooimaand 1840. Met Aanteekeningen. Te Groningen, bij W. Zuidema. 1841. In gr. 8vo. XII en 168 bl. f 1-75.
Men ontvangt hier niet alleen eene doeltreffende en belangrijke Redevoering, waarbij wordt aangetoond, hoe guyot plantte, Nederland kweekte, en God den wasdom gaf aan eene der weldadigste inrigtingen; maar van bl. 41 tot aan het einde vindt men eene reeks van aanteekeningen, die aan de voorafgaande verhandeling eene waarlijk historische waarde bijzetten. Hartelijk hopen wij, dat de lezing van het eene en andere menigeen, die tot nog toe geene jaarlijksche bijdrage tot ondersteuning voor het wel bloeijende, maar toch nog zeer veel behoefte aan geldelijken bijstand hebbende, Instituut van Doofstommen te Groningen afzonderde, daartoe zal overhalen; dat alzoo deze inrigting, als geheel daarvoor geschikt, nationaal blijve, en men zich niet tot de dwaasheid late vervoeren, om b.v. in elke provincie zulk een Instituut te willen bezitten. Want dit laatste, gelijk de geachte Schrijver in zijne aanteekening op bl. 8, te vinden bl. 52 en verv., bewijst, zou de strekking hebben, om de nationale volledige inrigting te vernietigen, ten gevalle van een aantal bijzondere scholen, waar het onderwijs nooit op den duur even omvattend en deugdelijk wezen zou.