Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1842
(1842)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeen Cognac met Zout meer! of het Geneesmiddel voor Armen en Rijken getoetst aan het gezond verstand en de waarheid. Uitgegeven tot nut van het algemeen. Te Utrecht, bij C. van der Post, Jr. 1841. In gr. 8vo. 20 bl. f : - 25.Jesus Sirach, naar de vertaling van Dr. m. lutherus. Cap. XIII:10, 11. Toen Rec. een der eerste uitgaven van het prulschrift Cognac met Zout ter beoordeeling ontving, zeide hij in zichzelven: Eloquar, an sileam? Het laatste scheen hem wel zoo verkieslijk, want de stem der welmeenendste waarschuwing is doorgaans voor ⅞ der bevolking te vergeefs. Het overschietend achtste gedeelte bezit te veel gezond verstand, om zich op zulk eene wijze te laten blinddoeken en om den tuin leiden. - Maar, is het overeenkomstig de liefde tot den naasten, ⅞ der goede, kinderlijke en met een ligtgeloovig hart bedeelden (bl. 9) ter prooije van kwakzalverige beursensnijders te laten? Kan men volstaan met te zeggen, wanneer die verdwaasden gevoelen, dat het te laat is: George Dandin! tu l'as voulu? Het ware wenschelijk, dat de ondervinding van beter kon getuigen; maar het grootste getal dergenen, die de hondsche wijsbegeerte van den Engelander (bl. 9) niet doorzien, verdenkt zijne pogingen niet, (verg. Vaderl. Letteroef. voor 1840, No. XV, bl 628) maar wel houden zij het er voor, dat de Arts tegen het middel ijvert, uit vrees van er eenige visites, of wel de geheele praktijk, door te zullen verliezen! Dwazen, die gij allen zijt! Indien elk aangekondigd middel de toegekende onfeilbare uitwerking had, reeds lang hadden alle ziekten opgehouden; de kolommen in de nieuwspapieren stonden ledig; de Dépots konden overal sluiten, en, tot de heerlijke, nu ook al wat verouderde Gomma toe, zoude op den | |
[pagina 16]
| |
zolder beschimmelen. Maar, gelijk het Rec. nu gaat, en gelijk het eens unzer ging, hij begon ondanks zich zelven te spreken en te schrijven. Unzer deed eigenlijk nog meer: hij sloeg de vrouw, die haren jongen vloekende met slagen naar de school joeg; echter, wel te verstaan, in den droom. Over het Zout met Cognac denkende, en het geen ernstig en gemoedelijk woord waardig keurende, om het zoo kenbare doel van den uitgever, kwam Rec. echter het gezegde van horatius voor den geest:
Quamquam ridentem dicere verum
Quid vetat?
En zoo schreef hij de beoordeeling in de Letteroef., boven reeds aangehaald. Er kon toch misschien één onzinnig mensch afgeschrikt worden; cognac met zout op eenen ongelukkigen, met knobbel-longtering behebt, te beproeven, en daarbij den Arts te bedriegen, achter wiens rug dan het middel wordt toegediend. Misschien mogt nog iemand weêrhouden worden, op een' nog sluimerenden kanker dit helsche vuur te leggen, om zoo des te spoediger de vernielende ontsteking aan te wakkeren. Voor den grooten hoop is er echter geen beter geneesmiddel, dan de Tijd. Deze deed weleer, in de dagen van Dr. tammé, te 's Gravenhage, de zon tanen der schoone slaapster, op welke een Garde de Corps zulk een' overwegenden invloed uitoefende. De Tijd heeft de zon van den krachtigen Schermerhornschen Grutter doen tanen. Van zelf is door den Tijd de wedstrijd uitgesleten, wie van beide den bloeijenden (!) kanker zoude genezen, jodocu's of wessel. De gereede slaapster te Rotterdam slaapt niet meer voor iedereen, met of zonder geneeskundigen bijstand! Er worden te Schiedam geene openbare magnetische voorstellingen meer gegeven. Het schijnt, dat de Tijd ook reeds deszelfs invloed begint uit te oefenen op eene zoete slaapster onder het bereik van minerva; de onzin, welke zij uitstalt, verhaast de werking van den Tijd. Bestonden van sommige dezer begane dwaasheden geene gedrukte documenten, wezenlijke schandzuilen, waardoor achtingwaar- | |
[pagina 17]
| |
dige menschen ten toon gesteld werden, eensgezindheid in de familiën is gestoord geworden, de Tijd zoude reeds deze dwaasheden bij de vroegere begraven hebben.Ga naar voetnoot(*) Terwijl men een academisch proefschrift over zout en cognac te gemoet ziet, (dit werk is echter niet om nayler en comp. ondernomen) toetst intusschen een onbekende het Geneesmiddel voor armen en rijken aan het gezond verstand en de waarheid. Mogt hij veel gezond verstand ontmoeten, opdat de waarheid meer ingang vond, dan tot hiertoe het geval was! De ons onbekende spreekt met verstand en naar waarheid over zout en cognac, waar het middel aanwendbaar of waar het afkeurbaar is. Het ware te wenschen, dat de mededeelingen van den Heer h. krieger schumer, waarvan bl. 19 wordt gesproken, door denzelfden geest bestuurd waren geworden: hij had voorzigtiger gehandeld, en het verkeerde niet, ondanks zich zelven, in de hand gewerkt. Om naauwkeurig te diagnosticeren, moet men onbevooroordeeld te werk gaan. Men kan waarheidlievend zijn, en toch niet volgens de regelen van het gezond verstand handelen. Mogten de pogingen van den ons onbekenden Schrijver, welke met regt kunnen gezegd worden tot nut van het algemeen te strekken, doel treffen, geholpen ook door den Tijd! Wij vereenigen onze wenschen met de zijne, dat geene verdere penningen aan zulk een onwaardig geschrift meer besteed zullen worden, maar dat die penningen tot betere middelen, dan zout en cognac, ter leniging van armoede en gebrek bij de ongelukkigen in den naderenden winter, mogen strekken. Deze vermaning of liever opwekking tot mededeelzaamheid doet niet slechts 's mans verstand eere aan, maar getuigt in waarheid van een hart, waarin ook liefde woont. Die zijnen broeder cognac met zout geeft, geeft hem erger dan steenen voor brood (bl. 20); hij stort hem vloeijend vuur in de aderen. Wij zeggen daarenboven van dat onwaardig geschrijf, in | |
[pagina 18]
| |
navolging van wijlen den verdienstelijken Hoogleeraar j.f.c. sebastianGa naar voetnoot(*): ‘En laet u niet gelusten syne smakelicke spysen: want het is een leugenachtigh broot.’ Proverb. XXIII: 3. |
|