uitgevers Zeeuwschen landgenoot w. teellinck; de Kraftsprache van vader brakel liever, dan de welsprekendheid van vollenhoven. Doch dit zij zoo. Lodesteyn predikte in zijnen geest overeenkomstig het licht van zijnen leeftijd. Dat de ons geheel onbekende Heer sypkens het licht van den zijnen versmaadt, laten wij voor zijne rekening. Indien echter de Heer de looze, Boekdrukker en Boekverkooper te Zierikzee, meer soortgelijken kost op te disschen heeft, dan raden wij hem welmeenend, zich een stel Duitsche letters aan te schaffen, en het eerwaardige kwarto-formaat met hoornen band te bezigen. Inhoud en vorm zullen dan beter overeenkomen, dan nu lodesteyn in den hoogst onregtzinnigen vorm van een tractaatje verschijnt, en 's mans navolger sypkens in een even neologisch groot octavo gewaad. Volgt de Heer Uitgever onzen raad, dan zal hij denkelijk niet meer behoeven te berigten, ‘dat hij het authentieke werk’ (bezit waarlijk de looze die authentieke curiositeit?) ‘getrouw volgt.’ En hij zal zich onder de den oudens, hövekers enz. eenen eervollen rang verwerven - dezen misschien de loef afsteken.
Onze verzekering zal denkelijk bij de lezers van deze Leerredenen (waarom niet Praedicatiën?) weinig gelden; anders voegden wij er bij, dat, zoover wij hebben kunnen nagaan, beide deze stukjes niets behelzen, waardoor de geloovige aanbidders van den Dordrechtschen Afgod zich eenigermate ontsticht zouden kunnen achten.