Letterkennis geen vernuft.
Men wilde eens eenen letterkundige aan iemand voorstellen als een' man van vernuft, zijner kennismaking wel waardig; ‘want,’ voegde de voorsteller er bij, ‘hij kent den geheelen montaigne van buiten.’ - ‘Dan behoeft gij zoo veel moeite niet te nemen,’ was het antwoord; ‘ik bezit het werk zelf.’