Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841
(1841)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 308]
| |
De velden zich tooijen in 't lagchendst verschiet.
De Lente is gekeerd! - hoort de vogelen fluiten,
De bladeren ruischen, en murmlen den vliet.
Op vleuglen der trouw bragt haar de ooijevaar over
Van 't land, waar geen Winter aan Lente zich huwt.
Naar buiten dan, vrienden! aanschouwen wij 't loover,
Genieten en voelen wij 't windje, dat luwt!
De zwaluw, die tjilpt op de vriendlijke daken,
De leeuwrik, die zwiert door het blinkend azuur,
Zij roepen ons op, om de vreugde te smaken,
Het leven te zien der herboren Natuur.
Ja, hoogtijd gevierd en verbannen de smarten!
Gebaad ons in stroomen van vreugde en genot!
In 't loflied gejubeld, met dankbare harten,
Den Schepper ter eer, aller stervlingen God!
O! smaken wij dankbaar en blij deze Lente;
(Hoe spoedig haar schoon zich ook neige ten val!)
Dan wordt ze ons een voorsmaak dier zalige Lente,
Die nimmer verdorren of heenvlieten zal.
Utrecht, 1841. a.h.a. ekker. |
|