betering en verfraaijing der Drukkunst, hoort roemen. En inderdaad, wanneer men de vlijt en moeite, aan de nette en keurige uitvoering des geheels te koste gelegd, gadeslaat, zal wel niemand daaraan goedkeuring en lofspraak weigeren; maar het is eene andere vraag: of al dat kunstwerk voor eene wezenlijke verbetering en verfraaijing der Drukkunst te houden zij.
Het drukken met kleuren, of de zoogenaamde Congrevedruk, is eene buitenlandsche uitvinding, en het is voorzeker lofwaardig, dat onze vaderlandsche Drukkers getoond hebben, wat zij in dezen kunnen verrigten; hiermede is echter nog geenszins uitgemaakt, dat gezegde vinding de eenvoudig-schoone Drukkunst zou kunnen verbeteren en verfraaijen. Integendeel houden wij dezelve voor eene verbastering der kunst, en eene soort van schijnvertooning, die alleen aan kinderen en onkundigen behagen kan, gelijk zulks het geval is met een' kwakzalver op eene dorpskermis, die, met zijn' bonten tooi, schijnbare tooverkunsten en laffen beuzelpraat den grooten hoop weet te begoochelen. De eenvoudige, zuivere, zwarte druk wordt door zulke nietige kunsten verdrongen; en, mogt de smaak voor dezelve toenemen en allengs de bovenhand verkrijgen, dan gaat, in evenredigheid daarvan, de schoone Drukkunst langzamerhand weder verloren, terwijl de goede smaak in wansmaak veranderd wordt. Een voorbeeld hiervan ziet men aanvankelijk in de verkeerde aanwending van vreemdsoortige letters; waarvan men sommige, met den eersten oogopslag, kwalijk herkent.
Wenschelijk is het derhalve, dat eene beuzelachtige zucht tot het volgen van vreemden niet verder voortga. Eenmaal getoond hebbende, dat men kan, wat de vreemdeling vermag, behoorden onze vaderlandsche Drukkers te bedenken, dat hun Vaderland tevens het Vaderland is van den vader der drukkunst; dat zijn roem in hetzelve alsnog waardiglijk wordt gehandhaafd, en door wezenlijke verbeteringen (niet door wansmaak en kwakzalverij) kan verhoogd worden; maar elke verbetering drage het merk der eenvoudigheid, want deze is het zegel der waarheid; zij is het sieraad der schoonheid; en, haar, verlatende, begeeft men zich op den weg, waarop de echte kunst, door modezucht voortgedreven, eenmaal ten val moet neigen.
Het is ons aangenaam hierbij te kunnen voegen, dat een