De Nederlanders bij Chattam. Historisch-Romantisch Tafereel uit de XVIIde Eeuw. Door W. Storck. Te Deventer, bij M. Ballot. 1841. In gr. 8vo. 258 bl. f 2-80.
Bij de aankondiging van een vroeger voortbrengsel van denzelfden Schrijver in dit Tijdschrift is de Heer storck aangemoedigd, ja, om zijne krachten te blijven beproeven in dit vak, maar vooral ook, om te trachten, door eene gedurige beschaving zijner stukken, van goed tot beter te geraken. In zóó ver heeft de Schrijver aan deze aanmoediging beantwoord, dat, sedert het in 't licht verschijnen van zijne eerstelingen, ons lezend publiek reeds een en ander stuk van dezelfde hand ontvangen heeft. Wat echter de aanspraak van dit publiek op meerdere volmaaktheid van het later geleverde betreft, vreezen wij, dat de Heer storck te veel heeft toegegeven aan de zucht, om veel te schrijven, en daardoor minder gelet op hetgeen hem vroeger onder het oog is gebragt: ‘Dagelijksche historische romans hebben wij genoeg; uitstekende zoo bijzonder veel niet.’ - Wat de geschiedenis van maria kroon betreft, behalve dat zij op zichzelve niet zeer belangrijk is, zou zij in het verhaal van iedere andere oorlogsonderneming even goed kunnen ingeweven zijn. Die geschiedenis is geheel overbodig, en moet blijkbaar dienen, om met geweld iets romanesks te voegen bij het verhaal der merkwaardige geschiedkundige gebeurtenis. Voorbeelden ter navolging vonden wij in het romantische gedeelte van het verhaal niet, en weten dus niet, welke zedelijke strekking wij aan dezen Roman zullen toekennen. Het beste, dat wij van denzelven getuigen kunnen, is, dat er ook niets in voorkomt, hetwelk de goede zeden benadeelt, en dat hier en daar eene levendige schildering der ware gebeurtenissen den lezer een aangenaam onderhoud verschaft. Het zou te bejammeren zijn, indien een Schrijver, die vroeger blijken heeft gegeven van goeden aanleg en gezuiverden smaak, er toe zou medewerken, om, door enkel negative verdiensten, de groote menigte van middelmatige Romans te vermeerderen.