Van het tweede of laatste Stuk des tweeden Deels van de potter's Herinneringen zullen wij slechts zeggen, dat de Auteur daarin voortgaat met allerlei beschouwingen en plannen in zijnen bekenden geest, waaraan, behalve al het overige, dat er tegen valt in te brengen, doorgaans de uitvoerlijkheid ontbreekt. Men vindt weder brieven en nota's aan verschillende Heeren, waaronder hooge personaadjen, en voorts verschillende hoofden en leiders der Belgische Omwenteling. Als geheel beschouwd, zal het nu voltooide werk van de potter steeds een zeer aardige Commentarius op de Geschiedenis dier Omwenteling blijven.
Zeer lezenswaardig is het vlugschrift: Belangen van Nederland en Nederlands Indië. Het verderfelijke van een bestuur, zonder beraadslaging met mannen van kunde en ondervinding, en zonder inwinning der gevoelens van in de zaak betrokkene en daarbij belanghebbende personen, wordt overtuigend aangewezen, en de wensch geuit, dat er een zelfstandige Raad van Koloniën worde opgerigt, en de Gouverneurs niet alleen naar eigen inzigt, noch ook alleen naar Koninklijke besluiten en Ministeriéle aanschrijvingen van het Moederland, voortaan de Volkplantingen beheere. Voor zoo veel zulk een Raad van Koloniën uitgaven mogt veroorzaken, kunnen die, naar des Schrijvers gevoelen, gemakkelijk geschieden, ten gevolge van het dan onvervuld laten der plaats van een enkel Lid van den tegenwoordigen Raad van Indië, uit wiens bezoldiging onderscheidene, hier te lande zeer voldoende, traktementen kunnen gevonden worden; terwijl de voltalligheid van den Raad van Indië niet onmisbaar schijnt, daar er, zoo de Schrijver meent, van het vijftal dier Raden zich onlangs drie te gelijker tijd hier te lande met verlof hebben bevonden.