Menschelijke Hartstogten, geschetst in historische en romantische Verhalen door W.H. Bavink. Te Amsterdam, bij J.F. Schleijer 1841. In gr. 8vo. 320 bl. f 2-90.
Hoe gaarne wij ook oorspronkelijke Schrijvers aanmoedigen, behoort echter hun arbeid tot een bewijs te verstrekken, dat onze landaard in letterkundige voortbrengselen kan wedijveren met hetgeen van vreemden bodem herwaarts wordt overgebragt. Indien dit het geval niet is, kan onze aanbeveling alleen uit eene kleingeestige vooringenomenheid met het inlandsche voortspruiten. Wij willen niet ontkennen, dat onder de zoogenaamde lektuur van smaak, die in onze taal overgezet wordt, veel is, hetwelk geene meerdere waarde heeft, dan dit oorspronkelijke werk. Nogtans, juist omdat de dagelijksche behoefte en leeshonger van dat publiek, hetwelk alles zonder onderscheid kan verduwen, zoo gemakkelijk en goedkoop, dank zij den ijver der Vertalers, kan bevredigd en verzadigd worden, durven wij nie-