Meibloemen. Drie Romantische Verhalen, door S. Schütze, L. Storch en N.B. Küner. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1839. In gr. 8vo. 288 bl. f 2-75.
Met het gewone compliment, dat de Schrijvers dezer drie Verhalen in hun Vaderland met lof bekend zijn; dat deze stukken inzonderheid met hooge goedkeuring zijn ontvangen, en dat men hoopt, dat de lezer ze in een ledig oogenblik met genoegen zal doorbladeren, wordt dit bundeltje door den Vertaler aangeboden aan het steeds naar nieuwe Romanlectuur hongerende publiek. No. 2, de schoone Tooneelkunstenares, wint het niet alleen verre in omvang, maar ook in waarde, van de beide anderen, de beide Candidaten en het gedwongen Huwelijk. Het laatste beteekent al zeer weinig; het eerste is nog al niet onaardig, en het denkbeeld, om eenen Kandidaat, die zich voor eene opene predikantsplaats aanmeldt, in ligchamelijken zin op de schaal te wegen, op het titelvignet afgebeeld, heeft iets kluchtigs, waarbij men moet weten, dat het niet de eenige proef was. Dat het vernederend kruipen voor hen, die zoodanige plaatsen te begeven hebben, ook in ons Vaderland niet uit de lucht gegrepen is - dat is maar al te waar. De Vertaler heeft zijne taak goed verrigt.