Eustachia, de goede Dochter, een spiegel voor deugdzame Meisjes. Een Tegenhanger van den Eustachius van C. Schmid. Naar de derde veel vermeerderde Hoogduitsche uitgave. Te Deventer, bij A.J. van den Sigtenhorst. In kl. 8vo. 135 bl. f 1-10.
De deugden van deze Eustachia zijn meestal van eenen lijdelijken aard. Zij verblijdt zich wanneer het haar wèl gaat, bedroeft zich onder smarten, is ijverig in het bidden en de vervulling van andere godsdienstige verrigtingen, en sterft als Abdis van een klooster en met den roem van groote heiligheid. Dat zij in andere opzigten eene goede dochter is, moeten wij alleen op het woord des Schrijvers gelooven. De jeugdige heilige kort zich, gedurende eene verdrietige gevangenschap, den tijd met eene spin tam te maken. Daar wij nu geen ander middel kennen, om hierin te slagen, dan vliegen voor de spin te vangen en die aan haar in hare webbe toe te werpen, twijfelden wij onder het lezen wel eens, of dit amusement wel zeer aanbevelenswaardig is voor jonge meisjes. Maar stelt u gerust, Moeders en Opvoedsters! Eustachia werd onder dit tijdverdrijf zoo teêrhartig, dat zij weende en bad, het leven der spin te verschoonen, en hare betraande oogen afwendde, toen het lieve diertje gedood werd. Het door Eustachia gebezigde middel, om door de zon verschroeide wangen met citroensap te wrijven, bevelen wij aan de opmerkzaamheid van onze geneeskundige lezers. Misschien voldoet het nog beter aan het oogmerk, dan het hooggeroemde Cognac met Zout.