heid in de wereld ingevoerd, die zou ten minste de Christelijke leer weêrspreken, want deze verkondigt, dat door het Christendom licht en waarheid in de wereld gekomen is. Doch dit zij zoo het wil, in allen gevalle hebben de Ouden, op dezelfde wijze als wij, vrij en menschelijk het leven gesleten, zonder de boekdrukkunst geleerd te hebben. Het leven van den mensch op zichzelven, gelijk ook dat der gezamenlijke menschheid, heeft een' oneindigen inhoud; elken dag openen zich voor hetzelve nieuwe vergezigten, nieuwe renbanen; het bijwerk, de toegiften, de arabesken van het leven veranderen, verveelvoudigen en vermeerderen zich op eene verwonderlijk rijke en oneindig verscheidene wijs; - ondertusschen geloof ik niet, dat iemand zoo kleingeestig zijn zal, te beweren, dat, zonder al dit bijwerk van spoorwegen, gaslicht, Jacquard-machinen, ja zelfs van de gansche boekdrukkunst, een volk niet vrij en blij en rein menschelijk zijn leven slijten kan. De ware, eeuwige ideën van het leven, op welker waarheid het menschenleven als op eeuwige wetten berust, heeft het menschdom ontwikkeld, uitgebreid, verlevendigd en verjongd, zonder hulp der boekdrukkunst; - wij zouden zonder die ideën, zonder dat van waarheid en van regt, van zedelijke schoonheid en overeenstemming, van het goede met deszelfs altoosdurenden vooruitgang, in het geheel niet als menschen menschelijk leven kunnen; - aan de boekdrukkunst hebben wij die ideën niet te danken, even min als aan eenige andere kunst - zij liggen diep en eeuwig in onzen geest geworteld.
Vraagt gij mij, wat dan de boekdrukkunst, wel is waar niet alleen, maar toch ten deele, bewerkt heeft - ik zal het u zeggen.
Wij zijn thans veel minder mannen van daden, dan mannen van woorden; achter de boeken zijn wij te vinden, niet in het gewoel des levens. Die een boek geschreven heeft, dat is, die er een heeft laten drukken, houdt zich voor een groot man; heeft iemand een bundel gedichten in het licht gegeven, zoo denkt hij een dichter te zijn.
Waarom nemen wij geen meer besluiten, of wel soms de ongerijmdst mogelijke, in de volksvergaderingen? - Omdat ieder het promemorie, of de proclamatie, of de ‘roepstem aan mijn volk,’ op vloeipapier gedrukt, in het hoekje van den haard, met den bril op den neus, moet lezen.