zijn karakter, wees hen steeds met het antwoord af: ‘Een vader mag zich van zijne kinderen niet scheiden; ik verkoop u niet;’ doch, van den anderen kant, verhoogde hij het kleine jaarlijksche hoofdgeld, hetwelk deze lijfeigenen hem betalen moesten, ondanks hunnen grooten rijkdom, ook met geen enkelen kopek.
Nu echter gebeurde het, terwijl de oude Graaf nog leefde, dat een zijner boeren, die te Petersburg met den koophandel groot vermogen gewonnen had, eene dochter bezat, die door hare schoonheid en aanminnigheid het hart van eenen Kapitein der Garde veroverde, en diens liefde ook in volle mate met wederliefde beantwoordde. Aan de verbinding der jonge lieden stond niets in den weg, dan dat het meisje eene lijfeigene was, alzoo, volgens de Russische wetten, de kinderen van lijfeigene moeders desgelijks in dien stand verblijven. Vruchteloos leverde thans de vader bij herhaling de dringendste aanzoeken om vrijlating aan Graaf scheremetjeff in, en verklaarde zich bereid, om elke som te willen betalen, welke de Graaf als losprijs bepalen mogt. In den beginne wees scheremetjeff met zijn gewone antwoord: ‘Ik verkoop mijne kinders niet,’ het verzoek van de hand; doch toen de meer dan een millioen rijke lijfeigene niet opheild hem met gebeden en vertoogen te bestormen, verklaarde hij eindelijk: ‘Welnu, ik wil dan ditmaal eene uitzondering maken; maar gij moet mij, voor de vrijlating uwer dochter, de ronde som van honderdduizend roebels betalen; breng uw kind, met deszelfs bruidegom, en ook de koopsom, morgen ochtend om dezen tijd bij mij; ontbreekt er echter slechts een eenige kopek aan, dan wordt er van onzen koop niets.’
De boer verscheen den volgenden dag op den vastgestelden tijd met zijne dochter en met zijnen aanstaanden schoonzoon, en overhandigde den Graaf de honderdduizend roebels in banknoten. Scheremetjeff wendde zich hierop tot het jonge meisje, met de woorden: ‘Ik verkoop mijne kinders niet; maar ik schenk u, mijne dochter, mits dezen uwe vrijheid, en daarenboven, want een vader moet toch zijn kind een uitzet geven, deze honderdduizend roebels tot bruidschat.’
Dit gezegd hebbende, keerde hij zich snel om, en verliet de kamer, om zich aan alle dankzegging te onttrekken. De gelieven werden kort daarop een gelukkig paar, en maken