grond, en wij pakten elkander bij den kraag. Toen wij regt aan den gang waren, riep de meid ons om te komen eten, en wij durfden niet op ons laten wachten. De wilgentak werd vergeten, en eerst in het volgende voorjaar vonden wij dien weder. Hij was geen vaandelstok en ook geene lans geworden, maar wel een frisch groeijend boompje - zoo als zijne natuur het medebragt.’ - De mannen glimlachten en gingen. Voorloopig werd de jongeling naar school gezonden, en, zoo ik mij niet vergis, heeft hij naderhand in de geneeskunde gestudeerd.
Professor engel was een man, die, in het gevoel zijner eigene waarde, zijne meening onverbloemd uitte, en eenen spottenden inval niet ligt binnenhield. Toen hij naar Berlijn beroepen en aldaar aangesteld was, behoorde het spoedig tot den goeden toon der groote wereld, engel bij zich te hebben. Wijlen Prins S.... gaf zich ook gaarne het voorkomen, een Maecenas van geleerden en kunstenaars te zijn; derhalve deed hij engel op zekeren voormiddag tot zich roepen, om hem in persoon te leeren kennen. Engel verscheen, moest een' geruimen tijd in het voorvertrek wachten, en werd eindelijk binnengelaten. De Prins, een zeer trotsch man, verhief zich een weinig van de sopha, waarop hij zat, knikte hem genadig toe, en begon een gesprek met hem, geheel en al in den gewonen toon van een' voornamen beschermheer; dat is te zeggen, het bestond uit niets anders dan uit vragen naar engel's omstandigheden. Middelerwijl bleef de Prins bestendig gezeten, zonder engel uit te noodigen om insgelijks te gaan zitten; integendeel, in het gevoel van zijnen hoogen stand liet hij hem staan. In den verderen loop van het onderhoud viel ook het gesprek op den Hertog van***. ‘Dien hebt gij zeker mede gekend?’ vroeg de Prins. - ‘O ja, regt goed,’ hernam engel. - ‘En hoe vondt gij hem?’ - ‘Om u de waarheid te zeggen, van weinig beduidenis; hij was een zeer alledaagsch, ja onnoozel mensch. Ik ben menigmaal bij hem geweest; ondertusschen had hij toch zoo veel wellevendheid van mij altijd een' stoel aan te bieden.’
Naderhand werd engel eens bij dezen zelfden Prins ten eten verzocht. Aan de tafel viel het gesprek onder anderen ook op den beroemden zeereiziger cook, en men betreurde. dat hij op zijne togten zoo ongelukkiglijk het leven