Over de namen der Muzelmannen.
De Muzelman heeft geenen geslachtsnaam. Bij hen sterft, met den dood van den persoon, ook de naam, dien hij gevoerd heeft, en gaat niet op de kinderen over. Op den zevenden of achtsten dag na de geboorte ontvangt het kind eenen naam, en daarmede is gewoonlijk een familiefeest verbonden. Bij deze gelegenheid spreekt de vader of de grootvader een gebed over den jonggeborene uit, fluistert hem zijnen naam in het oor, en verkondigt dien daarna aan de omstanders. De bij de Muzelmannen voorkomende namen laten zich onder vier hoofdklassen, rangschikken, buiten welke er geene Muzelmansche namen zijn. In den eersten rang staan de namen der Patriarchen en Profeten, volgens muhammed's bevel: ‘Geeft uwen kinderen de namen der Profeten.’ Derhalve komen het menigvuldigst voor de namen: ib-rahim (abraham), ismaïl (ismaël), izzed (isaak), jacub (jakob), jussuf (joseph), mussa (mozes), aïssa (jezus), harun (aaron), daud (david), soliman (salomon), muhammed, hamed, mahmud (de drie namen van den Profeet, op Aarde, in den Hemel en in de Hel.) In de tweede plaats komen de namen van hen, die aan de bevestiging en voortplanting van den Islam gearbeid hebben, gelijk osman, omar, ali enz. De derde kathegorie omvat de namen die met abd (dienaar, dienstknecht) beginnen, zoo als abd-allah (dienstknecht Gods), abd-el-kader (dienstknecht des Almagtigen), abd-el-kerim (dienstknecht des grootmoedigen), abd-el-rhaman (dienstknecht des barmhartigen) enz., betrekking hebbende op de meeste der negentig, door de navolgers van muhammed onderscheiden wordende eigenschappen van God. De vierde Klasse bevat de namen, die op din (Godsdienst, geloof) eindigen, zoo als
salah-ed-din (saladijn, hersteller des geloofs), meh-ed-din (navolger in het geloof, krair-en-din (heil des geloofs) enz. Hierbij voegen zich alleenlijk nog eenige weinige andere naamsoorten, als 1o. zekere zaamgestelde namen, gelijk hamed-el-abd enz.;