Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840(1840)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Grootvaders klagt, bij den dood van zijn' kleinzoon. Daar ligt hij op de haar, Ach, nog geen negen jaar! En de afgeleefde staf Geleidt de jeugd naar 't graf. O God! hoed mij voor 't kwaad, Dat ik Uw' duistren raad Niet morrende bedil! Geslagen hart, zwijg stil! Wat zeg ik, stil? - o neen! Hoe ik zijn' dood beween', Hier, bij dit zielloos stof, Breng ik d' Alwijzen lof: Want, dierbaar kind! uw druk Veranderde in geluk; Gij werdt bij d' Englenkring Een welkom Hemelling. Vorden. L. schipper. Vorige Volgende