De president der Vereenigde Staten en de requestrant.
De gemeenzaamheid, waarmede mannen, met de hoogste staatsambten bekleed, in Amerika door lieden uit alle volksklassen behandeld worden, gaat zoo verre, dat men zich daarvan bij ons in Europa, ter naauwernood een denkbeeld vormen kan. Elk ambtenaar, hij zij wie hij zij, moet daar te lande elk oogenblik bereid zijn, vriendschappelijke bezoeken van lieden aan te nemen, aan welke, aan deze zijde van den Oceaan, door personen, in posten van gelijken rang geplaatst, zonder eenig bedenken de deur zou gewezen worden. Inzonderheid worden er de hooge ambtenaren om het verleenen van posten gekweld. Zoo verhaalt een pas in 't licht verschenen werk zekere anecdote van den jongstvorigen President jackson en eenen in lomnen gekleeden man, die zonder eenige omstandigheid den President, toen deze zijn ambt aanvaard had, kwam opzoeken, en zich beroemde de verkiezing van den Generaal in zijnen omtrek doorgedreven te hebben. De President dankte beleefd, en de onbekende ging vervolgens voort: ‘Maar, daar gij dan nu President der Vereenigde Staten zijt, zoo zou ik u misschien in den een' of anderen post van nut kunnen wezen.’ Jackson zette een verlegen gezigt. ‘Hebt gij uwe Kabinetsministers reeds gekozen?’ - ‘Dit is geschied,’ hernam de Generaal. - ‘Nu, dat komt er ook niet op aan; ik vergenoeg mij in allen geval met een' Gezantschapspost in Europa.’ - ‘Het doet mij leed, dat er geen zoodanige post tegenwoordig vacant is.’ - ‘Zoo; maar dan hebt gij misschien eenen eersten Secretaris of Raad in een Ministerie noodig?’ - ‘Deze beambten worden door de Staatssecretarissen (Ministers) ieder in zijn departement gekozen.’ - ‘Dat spijt mij; ik zal mij dan met eenen minderen post moeten vergenoegen.’ - ‘Over die ambten heb ik niet te beschikken; gij moet u daaromtrent bij de hoogere
beambten, welken het aangaat, vervoegen.’ - ‘Kan ik geen Postmeester te Washington worden? Bedenk, Generaal, hoeveel