Het vermeende geheim van het temmen der wilde dieren ontdekt.
Dit geheim, door hetwelk van amburgh en carter zoo veel te weeg brengen, dat aan het fabelachtige schijnt te grenzen, gelooft men in het volgende ontdekt te hebben: men meent, namelijk, dat door eene heelkundige verrigting aan de ruggegraat der dieren, welker werking zich tot het ruggemerg uitstrekt, deze schepselen allengskens zoo ontzenuwd worden, dat nek en klaauwen nog slechts den schijn van dreigend geweld en kracht behouden. Hoe het hiermede ook gelegen moge zijn, is het in allen gevalle opmerkelijk, dat de wilde dieren van martin, van amburgh en carter zoo gaarne op den grond liggen, of, wordt hun zulks belet, toch zoo gaarne tegen iets leunen. De hierboven bedoelde kunstbewerking wordt, naar men meent, in de vroegste jeugd aan de dieren verrigt, en zou eene der oorzaken zijn, dat zij nooit eenen hoogen ouderdom bereiken. Dit is het gevoelen van eenen beroemden Parijschen geneesheer.