Gevaar en redding.
Eene te Buffalo, in Noord-Amerika, uitkomende Courant verhaalt eene hoogstmerkwaardige levensredding, welke nabij den waterval van Niagara heeft plaats gehad. Bij het leggen eener brug over den stroom, ongeveer 300 of 400 voet boven den val, op welke plaats de snelheid van den stroom meer dan 30 Engelsche mijlen in het uur bedraagt, viel een der timmerlieden, chapin geheeten, in het water, en werd met schrikbarende vaart naar de groote katarakt gesleept. Onvermijdelijke dood scheen zijn lot te moeten zijn. Gelukkigerwijs echter was hij door den val niet gekwetst geworden, en verloor ook, te midden van zijnen hulpeloozen toestand, geen oogenblik zijne tegenwoordigheid van geest. Door groote bekwaamheid in het zwemmen gelukte het hem, een klein, ongeveer 80 voet in omtrek hebbend eiland, het uiterste der zoogenaamde Cedereilanden, die slechts omtrent 100 voet van den waterval verwijderd en bijna juist in het midden tusschen het Geiteneiland en den Amerikaanschen oever liggen, te bereiken. Hier stond hij nu, wel een uur lang, smeekende naar de toeschouwers aan den oever uit te kijken, zonder dat hij zich, wegens het vreeselijke gebulder van den val, door hen kon doen verstaan. De eenige misschien, in eenen omkring van 50 mijlen, die eene proeve tot redding ondernemen kon, was een inwoner van een der naburige dorpen, met name robinson, een man van ontzettende ligchaamskracht, groote onverschrokkenheid, en tevens een volleerd schipper. Vrijwillig bood hij zich tot het reddingswerk aan. Spoedig werd eene kleine boot met twee riemen op de plaats gebragt. Moedig trad robinson er in, en begon zijn waagstuk. Met bewonderenswaardige behendigheid voer hij elke der pijlsnel stroomende rivierkillen door, bij de daartusschen liggende draaikolken een oogenblik ophoudende, om nieuwe krachten te verzamelen.