Brief van den lord protector Cromwell aan den kardinaal Mazarin, betreffende de Waldenzen.
(Onlangs door eenen Florentijner te Parijs in het licht gegeven.)
‘Het harde lot en de bloedige vervolgingen (cruentissimae caedes), onlangs door de Protestanten geleden, die eenige valleijen der Alpen in het gebied des Hertogs van Savoije bewonen, zijn de reden, waarom ik de hier ingeslotene brieven aan Z. Kon. Maj. (lodewijk XIV) en dit mijn schrijven aan uwe Eminentie gerigt heb. En daar ik niet twijfel, of eene zoodanige wreedheid, waarmede op zulk eene barbaarsche wijs tegen arme en onschuldige menschen gewoed is, zal het allerhoogste misnoegen des Konings wekken, zoo houde ik mij overtuigd, dat ook Gij uwe krachten en gunst, die hier den doorslag zouden kunnen geven, wel zult willen besteden, om mij datgene te doen bereiken, hetwelk ik, in het belang dier ongelukkigen, voor mij van Z. Kon. Maj. verzocht heb. Niets heeft den Franschen zoo zeer de welwillendheid van diegenen hunner naburen, welke de Hervorming toegedaan zijn, gewonnen, als die vrijheid en die voorregten, welke derzelver edikten en openlijke akten den Protestanten verzekerd hebben. Ons Gemeenebest ten minste heeft, niet zoo