De galopade.
De te Wezel bij vogel uitgekomene Nederrijnsche Volksalmanak voor 1840 behelst, onder het hierboven geplaatste opschrift, de volgende vermaning, die bij de weder begonnene wintervermaken wel eenige overweging verdient:
Gij lacht misschien, wanneer gij het hierbij (in gezegden Volksalmanak) geplaatste prentje ziet, en meent, dat het eene carricatuur is, en dat de figuren onnatuurlijk verwrongene beelden zijn. Maar hierin hebt gij mis. Gaat eens met onbevooroordeeld gemoed in eene danszaal, en ziet er de dames, met vliegende haren, hoogkloppenden boezem, dikke zweetdroppels op het voorhoofd, ademloos hijgend u voorbijjagen, en gij zult bevinden, dat het plaatje maar al te getrouw is. Maar gij zult dan ook bevroeden, waarom onze vrouwen zwakkelijk en zenuwziek zijn, waarom zij hare natuurlijke pligten niet zonder gevaar voor haar leven vervullen kunnen, en waarom zoo vele daarbij de prooi van