| |
Geschiedenis der achttiende Eeuw en der negentiende tot op den ondergang van het Fransche Keizerrijk; door F.C. Schlosser, Hoogleeraar te Heidelberg. IIde Deel. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1839. In gr. 8vo. 325 bl. f 2-90.
Vóór eenigen tijd hebben wij eene gunstige aankondiging gegeven van het eerste Deel dezer Geschiedenis, en met blijdschap zagen wij het vervolg in het licht verschijnen, ten bewijze, dat deze onderneming bijval genoeg bij ons publiek heeft gevonden, om te worden voortgezet. Wij zullen een kort overzigt geven van den rijken en belangrijken inhoud van dit tweede Deel, waarin wij ook een gedeelte vinden van datgene, wat dit boek bijzonder kenschetst, de beschouwing van den invloed der letterkunde op het maatschappelijke leven van den tijd.
Het derde Hoofdstuk, waarmede dit Deel aanvangt, loopt van de oprigting van het nieuwe Russische Keizerrijk tot op den Oostenrijkschen Successieöorlog. De eerste § handelt over de invoering van nieuwe regeringen in Frankrijk, Spanje en Engeland. Lodewijk XIV was overleden; met verkrachting van zijn testament, trad filips van orleans als Regent op, een man, van wien schlosser op zijne eigenaardige manier getuigt: ‘Filips was bekwaam en geslepen, welbespraakt en vernuftig, en niet ontbloot van goedaardigheid en grootmoedigheid; maar de genialiteit der ondeugd, de opzettelijke en uit eene duivelsche wijsbegeerte ontsprotene verachting van iedere deugd, van alle eerlijkheid en waarheid, als alleen voor winkeliers en boeren geschikt, uitspattingen en overgegevenheid aan lage lusten, waaraan hij dagen en nachten
| |
| |
toewijdde, maakten hem zelfs ongeschikt een goed voornemen op te vatten.’ Zijne regering ving onder weinig gunstige teekenen aan. De staatskas was geheel uitgeput, en, om in de behoeften des oogenbliks te voorzien, besloot de Regent, een onderzoek naar de bedriegerijen, onder de voorgaande regering gepleegd, in het werk te stellen, en, door middel eener chambre ardente, de ambtenaren des vorigen bestuurs aanzienlijke sommen af te persen; een zeer wederregtelijke maatregel, die op de schandelijkste wijze werd aangewend. Indien men daarbij aan de andere middelen denkt, door den Regent uitgedacht, òm geld te krijgen, aan het versmelten der munt, aan de staatsbank en handelmaatschappij, onder opzigt van den bekenden law opgerigt, zoo is er genoeg gezegd, om den rampzaligen toestand van Frankrijk te herinneren.
Schlosser's leiding volgende, worden wij naar Spanje gebragt tot het tooneel van alberoni's intriguen, en vandaar naar Engeland onder het bestuur van walpole, bij de mislukte poging van den Pretendent in 1715, naar Frankrijk onder dubois. Treurig is de schildering van den jammerlijken toestand, waartoe de zedelijkheid was vervallen, van de kleingeestigheid en veilheid, die overal dit tijdperk kenmerkt.
De tweede § behandelt de geschiedenis van Engeland, Frankrijk, Spanje en Holland, tot op het traktaat van Seville en de vestiging van Don carlos in Toskanen. Het eerste gedeelte van het verhaal is eigenlijk de ontwikkeling van alberoni's eerzuchtige plannen, en van hunne verijdeling door de quadruple alliantie tegen Spanje en door de eindelijke verwijdering van den Kardinaal zelven. Ripperda, bourbon en fleury zijn de mannen, wier namen in de latere bladzijden dezer Afdeeling het meeste worden genoemd.
Eene volgende § voert ons naar het noorden en oosten van Europa, waar de geschiedenis zich aan die van Rusland het gemakkelijkst aansluit. Wij worden verplaatst in de laatste levensdagen van peter en bij de regering van catharina, bij den Oorlog van Oostenrijk tegen de
| |
| |
Turken, die in 1718 met den vrede van Passarowitz eindigde, en de twisten over Koerland. De regeringen van peter II en anna houden den Schrijver vervolgens bezig, en brengen hem tot de twisten over de opvolging in Polen na den dood van Koning augustus II, en tot den Oorlog van Frankrijk en Spanje tegen Oostenrijk. In November 1738 werd de vrede op nieuw gesloten. Intusschen had Rusland den strijd op nieuw tegen Turkije aangevangen, en verbond zich weldra tot dit einde met Oostenrijk, dat insgelijks de Turken aanviel; maar terwijl Rusland zegevierde, werd Oostenrijk geslagen. De vrede van Belgrado, door Fransche kunstgrepen gesloten, zou de Russen in den strijd alleen hebben gelaten, indien de Keizerin anna de preliminairen niet mede had onderteekend.
Tot zoo verre loopt het verhaal der gebeurtenissen, in dit Deel vervat, en op dezelfde krachtige wijze geschreven, die de lezers van het eerste Deel reeds kennen. De tweede helft van dit boek behelst de geschiedenis van de hervorming van wijsbegeerte en letterkunde in Engeland, en wint het in belangrijkheid en nieuwheid van inzigten nog van het voorgaande. Schlosser toont aan, hoe in Engeland de strijd tegen de heerschende kerkbegrippen eenen aanvang heeft genomen; terwijl, gelijk hij het uitdrukt, de eigenlijke beslissende aanval in Parijs en Berlijn gebeuren moest. Locke, over wien de Schrijver in de eerste plaats spreekt, was verre verwijderd van eene omwenteling te bedoelen. Ten aanzien van het godsdienstige sprak hij met bescheidenheid en gematigdheid; ten aanzien van het burgerlijke liet hij zich vrijer uit, en kantte zich tegen de leer van filmer aan, die beweerde, dat eene absolute monarchij, als van adam afstammende, eene Goddelijke instelling was. Shaftesbury, zijn onmiddellijke leerling, ging verder. Hij behoorde onder de eersten, die aan zijne schriften, door stijl en vorm, zekere populariteit wist te geven, en ze tot leesboeken voor de hoogere standen wist in te rigten. In zijn werk stelt hij eene natuurlijke zedekunde verre boven elke geopenbaarde Godsdienst, tast de leer der wonderen enz. vinnig aan, en
| |
| |
hoont onder verborgen spot het geheele Christendom. Hij doet dit met eene gemakkelijkheid van stijl en voordragt, die zijn boek vele lezers moest bezorgen. Op de beschouwing van den geest van shaftesbury's werken laat schlosser een kort overzigt volgen van de Engelsche deïstische Schrijvers, van toland, collins, tindal, den gematigden wollaston, mandeville en morgan. Met korte trekken wordt het kenmerkende hunner geschriften opgegeven, en aangetoond, hoe zij de bestaande begrippen en denkwijze aanvielen, en hoe hunne aanvallen door de wijze, waarop men ze zocht af te weren, juist des te gevaarlijker werden. Men poogde namelijk ook het onhoudbare te behouden; en vreezende, dat het geheele gebouw zou instorten, wanneer men toeliet, dat er iets werd afgebroken, wilden de voorstanders van het oude scholastieke kerksysteem van geene verandering of wijziging weten. Intusschen werden de oogen van het publiek geopend. De geest des tijds, de ontwikkeling des verstands, en de daarmede verbondene behoefte aan verbetering van het bestaande, aan wegwerping van middeleeuwsche dwalingen, werkten mede, om aan de geschriften der nieuwe wijzen eene menigte lezers te verschaffen. Het was genoeg, dat men het bestaande aantastte, om als schrijver roem te behalen, en hemelhoog werd dikwijls verheven, wat men zonder die reden ter naauwernood zou hebben opgemerkt.
Bolingbroke verdiende eene afzonderlijke §. Hij was de waardige voorganger van voltaire, door zijnen ligtvaardigen, honenden, kwaadaardigen en leugenachtigen toon, waarop hij over de gewigtigste zaken schreef; en naar waarheid mogt schlosser aanmerken, dat er niet veel goeds te hopen was van den strijd, in de achttiende eeuw gestreden voor licht, vrijheid en losmaking der boeijen, die Adel en Priesters in de Middeleeuwen gesmeed hadden, daar het eerste licht van mannen als bolingbroke en voltaire uitging, die met brave en eenvoudige zielen den spot dreven. ‘Hij, die de hoofden dezer partij,’ zoo spreekt schlosser bl. 242, ‘en hun rusteloos en geslingerd leven en handelen kent, zal inzien,
| |
| |
dat zulke mannen en de middelen waarvan zij zich tot hun doel, zoo als de Jezuiten tot het hunne, bedienden, voor huiselijkheid, het stille familieverkeer, voor verwijdering van verkwisting, ijdelheid en hoofsche zeden, met één woord, voor waarheid, eenvoudigheid en deugd, zonder welke de vrijheid een droom, en regt een schaduwbeeld blijft, verderfelijk moesten worden.’ Bolingbroke (en ook anderen van zijne school) kan men van den eenen kant niet nalaten te tellen onder de bestrijders van bestaande vooroordeelen en dwalingen; maar wanneer hij daarvoor zijne eigene denkbeelden in de plaats stelt, dan vinden wij slechts baatzucht en sofisterij, die het kenmerk van zijn eigen karakter uitmaakten. Wij mogen den schranderen opmerker niet volgen in zijne ontleding van bolingbroke's stelsel, maar verwijzen onze lezers naar het boek zelve, waarvan wij verslag geven, en dat rijk is in belangrijke opmerkingen. Wij moeten dit insgelijks doen ten aanzien van de andere Schrijvers, wier invloed op de maatschappelijke denkbeelden van hunnen tijd schlosser aanwijst. Arbuthnot, pope en swift leveren hem de stof tot eene nieuwe §; en scherpzinnig toont hij aan, hoe ook deze mannen, schoon geenszins de omverwerping van het bestaande bedoelende, nogtans door de wijze, waarop zij schreven, eenen nadeeligen invloed oefenden. Opmerkelijk kwam Rec. vooral voor het oordeel over pope en de aanwijzing, hoe hij, een bewonderaar van bolingbroke, gelijk deze, zelfzucht tot den krachtigsten band der menschelijke zamenleving maakt. Met eenige aanmerkingen over addison en steele eindigt dit Hoofdstuk en dit Deel.
Rec. is ook hier enkel Referent geweest. Hij wilde zijne lezers den belangrijken en rijken inhoud van dit tweede Deel van schlosser's Geschiedenis der achttiende Eeuw aanwijzen, liever dan iedere bijzondere oordeelvelling des Schrijvers toetsen. De wijze, waarop ook de laatste Afdeeling is bewerkt, stelt den lezer in staat, om zelf te oordeelen. Uitvoerige uittreksels uit de behandelde werken staven het vonnis, dat wordt uitgesproken, en geven overvloedige gelegenheid, om zich van de gegrondheid van
| |
| |
schlosser's wijze van beschouwen te overtuigen. Van hem zal men althans niet zeggen, dat hij oppervlakkig schrijft, of zijnen stijl inrigt naar de onbeduidendheid van de groote wereld, waarvoor een shaftesbury en bolingbroke schreven. Zijn stijl is krachtig, en moet men somtijds al zijne aandacht besteden, om hem te volgen, die inspanning wordt door de belangrijkheid en rijkdom der zaken beloond. - Wij hopen hartelijk, dat het volgende Deel spoedig in het licht zal verschijnen, en wenschen den uitgever bij voortduring een ruim debiet van dit grondige en interessante werk. |
|