de andere klasse van lezers. Voor kinderen is het te hoog; voor volwassenen wat jugendlich, zouden de Duitschers zeggen. Het is alzoo voor dezelfde soort van lezers als No. 2; schoon er dan bijzonderheden, als: dat bij de bevalling van hirlanda twee vrouwspersonen moesten tegenwoordig zijn, en dat hare verlossing met ontzettende pijnen gepaard ging, (bladz. 26, 27) in een boekje voor de jeugd beter verzwegen waren.
No. 4 en 5 behooren tot de zoogenoemde Robinsons. Het eerste regtstreeks, want de held was ook alleen. Het is ons te onwaarschijnlijk; bijna zeiden wij, onmogelijk. Men moet, ook bij verdichtingen voor de jeugd, de grenzen der waarschijnlijkheid niet te buiten gaan. Ook zouden er nog andere aanmerkingen op het boekje te maken zijn, die wij kortheidshalve terughouden.
Beter beviel ons No. 5. Wij prijzen het met ruimte aan. ‘Het toont ons, hoe de beschaving van onzen geest, en oefening en nutte (nuttige) aanwending der vermogens ons door de Voorzienigheid verleend, kunnen strekken om de wederwaardigheden des levens gemakkelijker te overwinnen, hoe ware godsvrucht en vertrouwen op God ons ook in de treurigste omstandigheden troost en bemoediging schenken, hoe het goede steeds zijn loon, het kwaad zijne straf vindt,’ bladz. 155. Daarmede kunnen wij ons ten volle vereenigen.
No. 6 is de geschiedenis van eenen knaap, die een edel voorbeeld is van ouderliefde, daar hij zijn leven wilde opofferen, om dat van zijnen vader te redden. Er zijn niet alleen vele kinderlijke deugden uit te leeren, maar de jeugd wordt ook op eene onderhoudende wijze bekend gemaakt met de geschiedenis van napoleon's togt naar Rusland. Het houdt de aandacht zeer levendig en verdient eene eervolle plaats onder de honderde kinderboekjes.
Van No. 7 zeggen wij alleen, dat, schoon wij anders niet van die vroege bekeeringsgeschiedenissen houden, het onderhavige boeksken eenen zeer goeden geest ademt, en geschikt is, om bij de jeugd godsdienstige indrukken, naar hare vatbaarheid, op te wekken.
No. 8 is voor kinderen. De moeder vindt in gesprekken met haar zoontje willem gelegenheid, om hem vele dingen, die op den winter betrekking hebben, gelijk sneeuw, ijs enz., te leeren kennen. De gekleurde plaatjes behoeven voor zulke kinderen niet fijner te zijn. Tot het laten volgen van de andere jaargetijden moedigen wij den Uitgever gaarne aan.
No. 9 is voor nog kleiner kinderen. De plaatjes zijn lief en de versjes verre boven het middelmatige. Het laatste boekje zal wel niet letterlijk zijn op te vatten. Dan konden ook wij wel uitscheiden met recenseren!
De Redactie verzoekt, dat in de Recensie van Ds. loman's Kort Begrip enz. Nr. XII, bl. 495 en 496, de aanhaling uit luther's Kleinen Katechismus, aldaar bij verzetting voorkomende als ware zij uit het werkje zelv' ontleend, als niet geplaatst worde aangemerkt.