Uitgelezene Vertellingen aan mijne Dochter, vrij nagevolgd naar 't Fransch van J.N. Bouilly. Te Leyden, bij C.C. van der Hoek. 1839. In kl. 8vo. 198 bl. f 1-25.
Reeds in het jaar 1812 verscheen van de Vertellingen van bouilly eene vertaling hier te lande. De Uitgever van het thans aangekondigde werk had het kopijregt der genoemde vertaling aangekocht, en had den tegenwoordigen Vertaler aangezocht, om die naar de hedendaagsche spelling te veranderen. Deze echter, met des Schrijvers zedekunde, enkel uit de rede afgeleid, als ongenoegzaam en van eene verkeerde strekking, geenszins kunnende instemmen, en ook uit hoofde van andere bedenkingen, besloot slechts zulke verhalen te geven, welke hij vatbaar achtte, om niet enkel vertaald, maar in een vervormd, meer Nederlandsch gewaad gestoken te worden. Hij werd dus te rade, om uit de twee deeltjes eenige verhalen uit te kiezen en in aanleg en zedelijke strekking te wijzigen of om te werken, welke nu alzoo een boekdeeltje uitmaken. Vijftien verhalen worden, dien ten gevolge, in dit boekje der vaderlandsche jeugd aangeboden. Derzelver omwerking naar het door den Vertaler aangekondigde doel is zeer goed uitgevallen; allen zijn zij ingerigt naar de vatbaarheid van jeugdige lezeressen, geschikt om liefde voor de deugd en geloof aan God te bevorderen, en zullen voorzeker een aangenaam onderhoud verschaffen.