wijsde; er bestaat in dezen geene cassatie, en wij moeten er in berusten,
Wij zeiden daareven, dat de dubbele Kamer steeds ja of neen te zeggen had; en hieruit volgt, dat zij naar ons inzien, geenszins eene constituerende vergadering was, en wij volkomen instemmen met den Schrijver der brochure: Wat kan de dubbele kamer niet doen? Als wij in de Grondwet niet willen lezen, wat wij er gaarne in vinden zouden, maar alleen, wat er uitdrukkelijk geschreven staat, dan komt het ons onmogelijk voor, en strijdig met de regelen eener onpartijdige uitlegkunde, om eene uitgebreider magt, dan de vorenomschrevene, aan de dubbele Kamer toe te kennen.
Doch wat kan de Koning met de Eerste en de gewone Tweede Kamer wel doen, indien allen het belang des Vaderlands onpartijdig inzien en behartigen? Onder anderen de thans in de herziene Grondwet duidelijker, dan bevorens, erkende Ministeriéle verantwoordelijkheid zoodanig regelen, dat zij geen ijdele klank blijft. Dat zou zelfs hebben kunnen geschieden bij de nog niet veranderde Grondwet; en hiervan levert de Proeve van Wet op de Ministeriéle Verantwoordelijkheid het voldingend bewijs op. Wij vragen niet: Zou men dit of dat Artikel dier Conceptwet niet anders kunnen stellen? Zou de Proeve nog niet vollediger of beter kunnen zijn? Zoo de zaak ernstig ter sprake kwame, zou men in al die bijzonderheden zich kunnen verdiepen. Maar dit beweren wij: indien er eene soortgelijke Wet voorgedragen en aangenomen was (en beide zou zonder schending der Grondwet, ja zelfs in haren geest kunnen geschieden); dan bestond er eene wezenlijke en staatsregtelijke verantwoordelijkheid der Ministers en hooge Staatsambtenaren. Zal echter ooit een dergelijk ontwerp worden aangeboden? Zou het, vooral bij de Eerste, maar ook reeds vooraf bij de Tweede Kamer doorgaan? Of, zoo de Tweede Kamer het voorstel deed, zou het met goed gevolg bekroond worden? Wij vreezen neen, en vermoeden dat dit ontwerp in het lot zal deelen van dat eener wet op de regtstreeksche verkiezingen door Mr. roest van limburg, en van het ontwerp eener herziene Grondwet door Mr. d. donker curtius. Alle zoodanige opstellen bewijzen de mogelijkheid eener echt-constitutionéle wetgeving in ons vaderland, bij de ongezindheid van de meesten hunner, die magt en gelegenheid hebben, om die allezins bereikbare idealen te verwezenlijken. Doch dit strekke ter aanbeveling eener wet