den naam van een' wijsneus. Deze is ook bekend, meer dan een flesschenneus, of een neus van klaveren-aas!
In deze soort van beschrijvingen schept echter james, naar het schijnt, zeer veel behagen. Want hij verzuimt niet, zijnen lezer vooraf te verwittigen, dat hij dit of dat beschrijven zal; zooveel als: ‘geef acht! ik ga de kleeding van mijnen held beschrijven.’
De titel verkondigt, dat de vertaling uit het Engelsch is. Dit aangenomen zijnde, moeten wij zeggen, dat de Overzetter zelfs in het taaleigen zijne lezers in Frankrijk heeft getracht te verplaatsen. Wij teekenen alleen aan: D. I. bladz. 19: de Chevalier voor de Ridder; Monsieur le Comte, bladz. 70; voorts Gallicismen, gelijk: ‘Ik was reeds vroeger voldaan en ben dit nog en zal het altijd blijven, wanneer gij vast uw geheim houdt’ (quand vous tenez ferme vôtre secret?) bladz. 25; opwekking voor opgewondenheid (exaltation?) bladz. 49. Maar, uit welke taal het ook ware, wat zegt men van zinsneden, als: ‘Eenigen tijd geloofde ik mij opregt en waarlijk verliefd te zijn; maar sedert dat zelfs het verstand mij dienaangaande te hulp is gekomen, en ik weet, welke rol de verbeelding in dit alles speelt, is echter door deze enkele omstandigheid, door dat zonderlinge toeval, mijn denkbeeld van vrouwelijke volmaaktheid zoo hoog geklommen, dat ik er geene vind, die dezelve bereikt hebben.’ Bladz. 34; - van woorden, als: zegening voor zegen of weldaad. Bladz. 51; troosten, meerv. van troost, ald. bladz. 44; gehugenotiseerd, bladz. 74; - van uitdrukkingen, als: geestkracht monsteren? bladz. 64; Het dorp, tot hetwelk het dorp behoorde, bladz. 81; de weg was onregelmatig, en, om veilig voor de knieën der paarden te zijn, was het volle daglicht noodig, (wat mag daar in het oorspronkelijke staan?) bladz. 117; hij is een van ze, (van hen) bladz. 119; paarden, die gras wiedden, voor: in het gras weidden, bladz. 122; hebben wij ons (elkander;
nous nous) niet vroeger reeds eens gezien? bladz. 132. - Wij zijn met deze aanwijzingen het eerste Deel nog niet half ten einde, en zullen het er nu maar bij laten. Genoeg ook, om de Uitgevers aan te raden, betere Vertalers te kiezen; menschen, die de lezers ook eens in eene aanteekening zouden kunnen teregt helpen, wanneer de Engelsche Schrijver uitdrukkingen bezigt, die geheel onverstaanbaar zijn, indien men niet bekend is met eene plaat van hogarth, die in Engeland