Over de Gevangenissen in Nederland. Door L.G. Bouricius. IIde Stukje. Te Leeuwarden, bij L. Schierbeek. 1840. In gr. 8vo. 87 bl. f 1-60.
In het vorige jaar gaven wij van het eerste Stukje verslag. In dit tweede vervolgt de Heer bouricius zijne beschouwingen, die thans eenen uitgebreider omvang hebben verkregen, en zich mede tot de Lijfstraffelijke Wetgeving, in verband met het Gevangeniswezen, uitstrekken. Na eene Inleiding handelt de Schrijver, in opvolgende § §, 1. Over de Doodstraf, Tentoonstelling, Brandmerk, Geeselen, Ketenen, en Eerloosverklaring. 2. Tegenwoordige staat der Gevangenissen. 3. Toekomstige inrigting der Gevangenissen; terwijl de beide laatste § § voorzien zijn van ophelderende staten, tabellarisch opgemaakt, als: A. Extract uit den statistieken staat over de bevolking te Leeuwarden. B. Statistiek der misdaden. C. Opgaven omtrent de bij herhaling veroordeelden en vervolg. D. Statistiek der verplegingskosten. E. Belooningen aan gevangenen verleend, als: a. Genoten driemaandelijksche premiën voor goed gedrag en goed werk. b. Bevordering tot hoogere klassen. c. Gratie bij Besluiten van Z.M. den Koning. F. a. Proeve voor wettelijke bepalingen omtrent de opsluiting en klassificatie van crimineel veroordeelden. F.b. Vervolg der Proeve, enz. nevens Algemeene Bepalingen en Aanmerkingen. Ons bestek gedoogt niet, den werkzamen en ijverigen Schrijver in de onderscheidene beschouwingen te volgen, waartoe hij zich, blijkens de bovenstaande opgaven, bepaald heeft. Voor de bezitters van het eerste Stukje zal ook dit geenszins onbelangrijk zijn.