spronkelijk Latijn van erasmus moet hartelijk welkom zijn. Dat er uitgevers gevonden worden, die geene kosten ontzien, om dit gulden boeksken van den grooten Rotterdammer behoorlijk in het licht te geven, is veel; maar hartelijk wenschen wij ook, dat belangstelling in hetgeen degelijk is de gemaakte kosten zal vergoeden. Men vindt hier Attisch zout, voor hen, die proeven kunnen en smaak hebben, nog altijd prikkelende. Dit zout, hoeveel ook het lange verloop van tijd gewoonlijk aan dergelijke soort van schriften ontneemt, blijft nog altijd zijne kracht en zijnen smaak behouden. Doch het boekske van erasmus is genoeg bekend. Dit zij hier alleen gezegd ter aanbeveling van deze uitgaaf. De geleerde Rector der Latijnsche scholen te Hoorn, c.a. abbing, die deze uitgaaf bezorgd heeft, heeft zich in de Voorrede over het belang en den aard van dit werkje verklaard, en vooral ten nutte van jongere letteroefenaars het een en ander aangevoerd, wat tot verdediging van erasmus of tot regt verstand van dit geestig geschrift hun vooral dienen kan. Eerstbeginnenden zullen wèl doen, deze Voorrede niet ongelezen te laten. Voor ons oogmerk stippen wij uit dezelve iets aan, dat met regt gerekend kan worden met deze onze aankondiging in eenig verband te staan. ‘Daar,’ zoo lezen wij pag. XXXIX, ‘bijna al de exemplaren verkocht en in veler boekverzameling niet voorhanden zijn, die met het Encomium van erasmus tevens de beroemde teekeningen van holbein bevatten, hebben wij gehoopt, den letterminnaren geene ondienst te zullen doen, indien wij op nieuw het werk van erasmus tegelijk met den arbeid van holbein in het licht geven, met bijvoeging der brieven
aan dorpius en morus, naar de uitgaaf van c. patin; van welke brieven men den eenen zou kunnen noemen Apologetisch, terwijl de andere erasmus eigenaardig voorstelt als in dispuut met zijn' tegenstander. Opdat echter de jongelieden, bij het lezen van dit werkje, terwijl de overige schriften van erasmus, zelfs zijne zamenspraken, heden te veel worden vergeten, niet zouden meenen, dat erasmus altijd heeft geschertst, of dat hij tot losbandigheid en ligtzinnigheid heeft vervoerd, hebben wij het nuttig geoordeeld, slechts ééne zamenspraak van erasmus hierbij te voegen, opdat daaruit genoegzaam zou kunnen blijken, wat eigenlijk het doel van erasmus met deze soort van schriften is geweest,