Het komt weinig te pas, om van een werk, gelijk dat van den Heer peerlkamp, in dit tijdschrift eene eigenlijke beoordeeling te geven. Het onderwerp laat dit niet toe; terwijl het ook onnoodig, ja overtollig is, om het te doen van een boek, dat door bevoegde beoordeelaars met goud is bekroond, en dat reeds gedurende zoo vele jaren den roem van den geleerden Schrijver heeft helpen vestigen en handhaven. Het eenige, wat wij te doen hebben, is, het publiek, voor zoo verre het in staat is, om van het werk des Heeren peerlkamp gebruik te maken, op dezen net uitgevoerden druk opmerkzaam te doen worden, en op te wekken, om zich denzelven aan te schaffen.
Men vindt hier korte levensberigten van de Nederlandsche dichters, die zich door het vervaardigen van Latijnsche verzen hebben onderscheiden. Eene oordeelkundige waardering hunner dichterlijke verdiensten gaat gepaard met eene bloemlezing uit hunne werken, zoodat de lezer het uitgesproken vonnis meestal zelf kan toetsen. Peerlkamp is de man, aan wien zulk een oordeel volkomen is toevertrouwd. Hoe men over 's mans uitgave van horatius moge denken, niemand zal daarin den aesthetischen takt en fijnen smaak miskennen. Zelf een gelukkig beoefenaar der Latijnsche poëzij, kent hij ook de moeijelijkheden, aan soortgelijken arbeid verbonden, en oordeelt met volkomene kennis van zaken. Alles wordt voorgedragen in den korten, kernachtigen stijl, die hem eigen is. Doch wat zouden wij aldus voortgaan met te spreken over een werk, dat algemeen bekend is? Wij eindigen liever met den wensch, dat deze uitgave het in vele handen moge brengen, vooral ook in de handen van hen, die het nog enkel bij naam en geruchte mogten kennen.