visschen, insekten en schaaldieren. Opmerkelijk is het, dat, behalve de door de Europeanen ingevoerde huis- en lastdieren, als oorspronkelijk inlandsch in Nieuw-Zeeland, buiten eene kleine hagedis, geen enkel viervoetig dier wordt gevonden. Verder worden de luchtstreek, de soorten van gronden en delfstoffen beschreven. Ten laatste wordt er gesproken over de menschen, die dit land bewonen, en over het ontstaan en den staat der Christelijke Zendelings-inrigtingen, die, gelijk bekend is, zeer veel hebben toegebragt, om de oorspronkelijk woeste en barbaarsche inboorlingen van dit land te beschaven en zachtere zeden te doen aannemen. Het IIIde stuk behelst Schetsen uit Egypte. Hier worden uittreksels medegedeeld uit hetgeen voornamelijk twee geleerde Engelschen, wilkinson en lane, tot kennis van het hedendaagsch Egypte hebben bijgedragen. Te gelijk met het mededeelen van natuur-, staat- en menschkundige berigten, wordt de gelegenheid waargenomen, om den lezer op de aldaar aanwezige overblijfselen der Oudheid opmerkzaam te maken. Het geheele werk wordt in dit Deel met een IVde stuk besloten, tot opschrift hebbende: Togt door Biskaije en Kastilië. Moge het ook al niet ontbreken aan beschrijvingen van dit gedeelte van het Spaansche Schiereiland, zoo heeft toch ieder reiziger zijne wijze van zien en van verhalen. Daarenboven in eenen tijd, waarin de verwarde toestand van Spanje weinige vreemdelingen zal uitlokken om dit land te bezoeken, is het verhaal van eenen reiziger, die mededeelt wat hij in 1835 gezien heeft, altijd de aandacht waardig.
Al de hier aangebodene verscheidenheden leveren belangrijke bijdragen op voor beminnaars en beoefenaars der aardrijks- en natuurkunde, en kunnen aan iederen beschaafden lezer eene aangename lectuur opleveren, verre te verkiezen boven den gewonen inhoud der talrijke romaneske en verdichte verhalen, dagelijks aan het publiek aangeboden. Enkele onnaauwkeurigheden uitgezonderd, zoo als Iste Deel, bl. 56, verraden in plaats van raden, bl. 76, als hunnen kant, voor van hunnen kant, enz. kunnen wij ons verslag eindigen met ook aan den Vertaler den lof te geven, dat dit werk in zuivere taal en stijl is overgebragt.