Vruchten mijner lier; gedrukt voor rekening van den Auteur. Te Amsterdam, bij Ipenbuur en van Seldam. 1839. In gr. 8vo. 134 bl. f 1-80.
Vruchten van eene lier; wie kan daaraan een denkbeeld hechten? Nu, wij willen den titel daarlaten, en vragen, wat het boek geeft. Het is, lezen wij in het korte Voorberigt, op aandrang van vrienden in het licht gegeven. Als kunststukken worden ze niet aangeboden, en waarlijk dat zijn zij ook niet. Zij zijn goed gemeend, en dan is alles gezegd, wat bij mogelijkheid goeds van dezen bundel is te zeggen. Wil men een paar staaltjes, men oordeele:
'k Weet, schoon ik uren achtereen
Met alle kracht blijf denken,
Den naam: bestendig, hier beneên
Aan niets, het zij dan groot of kleen,
Geheel en al te schenken.
of:
‘Ga,’ sprak Maria, ‘ga, maar keer,
Mijn vriend, na veertien dagen.’
‘Ja,’ sprak hij, ‘op mijn woord van eer,
Dan zie ik u op 't kerkhof weer,
En wil uw hand dan vragen.’
Waar men dit bundeltje opslaat, vindt men evenveel poëzij. Hoe is het mogelijk, dat men dergelijke rijmelarij kan laten drukken, of dat er vrienden zijn, wier oordeel eenige waarde heeft, die daarop kunnen aandringen?