Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840
(1840)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijLodewijk Philip, Koning der Franschen, en zijne Familie. Naar het Hoogduitsch van August Bürck, door G. Brandt Maas. (Eene bijdrage tot de Geschiedenis van Frankrijk.) Te Zaltbommel, bij J. Noman en Zoon. 1840. In gr. 8vo. 211 bl. f 2-40.Er zijn weinigen onder de gekroonde hoofden van Europa, die zoo zeer onze belangstelling opwekken en verdienen, als lodewijk philips, Koning der Franschen. Hij beklom den troon ten gevolge eener revolutie. Hij heerscht over een volk, het onrustigste misschien van alle volken: hij regeert een land, dat door de tegenstrijdigste partijen wordt verdeeld, en het is niet te ontkennen, dat hij in de moeijelijkste omstandigheden met eene wijsheid, kracht en gematigdheid heeft weten te handelen, die hem tot eere strekken, en die den vrede van Europa tot dusverre hebben bewaardGa naar voetnoot(*). Een boek, dat over hem handelt, zal dus velen welkom zijn, en ware het goed geschreven, het zou met regt eene bijdrage tot de geschiedenis van Frankrijk mogen worden genoemd. | |
[pagina 345]
| |
Rec. kan intusschen dezen lof aan het boek, dat hij thans moet aankondigen, niet geven. Het is een zeer oppervlakkig geschreven berigt aangaande de levensgeschiedenis van den Franschen Koning, waarin men niets, dan het meest bekende aangaande hem, zal aantreffen. De Vertaler zegt wel, dat het oogmerk van den Schrijver was noch zijn kon, om den Koning der Franschen op zoodanige wijze, als dat in eene goede en volledige levensbeschrijving behoort, voor te stellen, met aanwijzing en beoordeeling ook van beginselen, drijfveren en handelingen. Maar waartoe dan een zoo weinig beduidend boek toch vertaald? De Schrijver dringt nergens tot beginselen en drijfveren door; hij steekt eenvoudig de loftrompet over alles, wat lodewijk philips betreft. Zelfs diens vader, philippe egalité, krijgt zijn deel van dien lof, en de Koning zelf, zoowel als ieder lid van zijn gezin, is een model van alle volmaaktheden. Het spreekt van zelf, dat hij volgens den Schrijver geen het minste aandeel had in alles, wat de revolutie van 1830 voorbereidde, en zeer onwillig de kroon aannam. Daar is van verschillende zijden nog al iets tegen gezegd, en merkwaardig is het, eens na te gaan, hoe de Londensche Quarterly Review in de laatste jaren opgezameld heeft, wat over dit punt al geschreven en gezegd is; en ook dan, wanneer men in het oog houdt, dat dit tijdschrift niet der revolutie is toegedaan, blijft er nog vrij wat bedenkelijks over. - De zonen des Konings deelen niet minder in de uitbundige lofprijzingen, waarmede het geheele geslacht wordt overladen. Met één woord, als wij den Schrijver willen gelooven, dan is er geen volmaakter vorstelijke familie, dan die van den Franschen Koning. Nu, men weet, dat dit liedje van de meeste groote personaadjen gezongen wordt, en de tijd en de ondervinding leeren er, helaas, de weinige waarde maar al te dikwijls van kennen. Zoo als het boek nu ligt, is het al eene zeer onbeduidende bijdrage tot de geschiedenis van Frankrijk zoowel, als tot de kennis van den Franschen Koning, wiens waarachtige verdiensten Rec. overigens gaarne toestemt. Maar het getuigenis van bürck over lodewijk philips heeft bij hem even weinig crediet, als dat van la rochefoucauld over den zich noemenden lodewijk XIX (Pélérinage à Gortz). In het voorbijgaan, die titel is weder een staaltje van de onverbeterlijkheid der bourbons, die, even als zij vroeger de Republiek en het Keizerschap eenvoudig als niet bestaan hebbende be- | |
[pagina 346]
| |
schouwden en lodewijk XVIII op lodewijk XVI deden volgen, zoo ook nu het door alle Mogendheden erkende en gevestigde gebied van lodewijk philips door de aanneming van zulk eenen titel loochenen. De vertaling is redelijk. De Vertaler echter schijnt niet te ver te zijn in het lezen der Duitsche letters. Meer dan tienmaal leest men Balmy in plaats van Valmy, en Reuilly in plaats van Neuilly. - Ook in de opgaven der jaartallen hebben wij hier en daar onnaauwkeurigheden aangetroffen. |
|