geet echter hierbij de hoofdzaak niet, en deelt ons dan ook vooral omtrent zijne nasporingen te Rijssel, waar hij zijnen ruimsten oogst opdeed, zeer opmerkelijke bijzonderheden mede. Het Archief der voormalige Rekenkamer bevat eene verbazende hoeveelheid van Boeken en Charters, welke aldaar sedert 1385, en welligt al sedert vroeger, zijn opgehoopt, onder anderen ongeveer tienduizend Registers en meer dan twaalfduizend Charters. Hij toont aan, hoe veel hier nog verborgen ligt, 't welk tot opheldering van het oudere
tijdperk onzer Geschiedenis strekken kan, en treedt daaromtrent in zeer belangrijke bijzonderheden, waarin wij hier den Schrijver niet volgen kunnen. - Ook te Arras vond hij vele voor de Nederlandsche Geschiedenis merkwaardige Handschriften, en meer nog op de Koninklijke Bibliotheek te Parijs en in die van het Arsenaal aldaar, in welke beide laatste hij ook menig, voor onze oude Letterkunde belangrijk, Hss. aantrof. Van dit alles geeft de Schrijver in de Bijlagen, bl. 59-95, eene breedvoerige Lijst. Veel troffen wij hierop aan, 't welk ons der uitgave overwaardig voorkwam, doch ook wel iets, 't welk gerustelijk zal kunnen achtergehouden worden. Zoo vinden wij op bl. 59 een Charter van Mei 1250, waarbij de Bisschop van Kamerijk en die van Chalons borgen blijven voor de Vlaamsche Gravin margaretha. Dit stuk betreft zeer zeker den Vrede van 19 Mei 1250 tusschen gemelde Gravin en onzen Graaf willem II den Roomsch-Koning, waaromtrent kluit in zijnen Codex Dipl., p. 575-597, zulk eene menigte van Charters (waaronder het Vredesverbond zelf) heeft medegedeeld, dat die ééne Borgtogt niet meer licht over de zaak verspreiden zal. - Zoo komt ons ook het zoogenaamde Charter in het Nederduitsch gesteld ten jare 1200 van gering belang voor, vermits het jaartal 1200 blijkbaar eene schrijffout is, gelijk de Heer van den bergh zelf, allezins te regt, vermoedt, (bl. 38.) Dit Charter toch staat op den Inventaris aldus bekend: 1200: Promesse en flamand et en parchemin sçellée en cire jaune, à moitié rompu, de Jean de Rynesse chev. par lui faite, de bien retenir les écluses a Vridorp et en la havene qu'il avait