Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840
(1840)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 307]
| |
Proeve in de Voorrede bl. V, ‘uitheemsche woorden, benamingen en verkortingen dikwerf voorkomen, welke door oningewijden in het vak, over het gemeen, niet altijd goed en menigmaal verkeerd gebruikt of verstaan’ (men zou er ook wel mogen bijvoegen, ‘en zeer gebrekkig geschreven’) ‘worden,’ wilde hij, ‘om dit gebrek te verhelpen, de meestgebruikelijke derzelve bijeenverzamelen, die duidelijk, maar zoo beknopt mogelijk verklaren, en daarbij tevens derzelver naasten oorsprong en afleidingen aantoonen.’ - Niet zonder nut is derhalve dit doel; en voor zoo veel men des Schrijvers Proeve als eene poging beschouwt, om daaraan te beantwoorden, ziet men hier veel goeds tot dat einde bijeengebragt, waarvan men de bewijzen op elke bladzijde vinden kan. Neemt men echter in aanmerking, dat onder de eigenschappen van zulk eene verzameling vooral volledigheid en naauwkeurigheid behooren, dan laat deze Proeve nog al iets te wenschen over. Immers, wat de volledigheid betreft, heeft Rec., bij het doorbladeren van dit boekje, nog al eenige en zelfs zeer bekende artikels gemist, waarvan hij er slechts weinige (want wie zal eene gezette lezing van zulke werken of werkjes vorderen?) aanteekenen wil; b.v. absolutisme, accoucheur, apotheker, appliceren, auctie in de beteekenis van boekverkooping, catalogus, chirurgijn, cholera, commandant, commande enz., commissaris, commissie, committeren, conscientie, consequentie, dejeuneren, delin. of delineavit, ook wel ad vivum delin., deporteren, diné, dominé, domino, evangelie (in zijne gebruikelijke beteekenissen, want hier staat er niets anders bij dan blijde boodschap), factotum, liberaal, memorie, notaris, ordonneren, ordonnantie, organiseren, organismus, passie, procureur, rationalisme, solliciteren, souperen, surnumerair, vacatuur, en eene menigte anderen. Zoo is het ook met de naauwkeurigheid in de verklaring van de beteekenissen der woorden, die wel, zoo veel het in zoo kleinen omtrek zijn kan, bij vele plaats heeft, maar echter bij verscheidene andere gemist wordt; b.v. ‘boekweit; zij draagt dezen naam, omdat, de uitvoer van dezelve verboden zijnde, men eenige korrels daarvan in boeken naar Europa bragt’? Zou het niet veeleer zijn, omdat de korrels naar boeke- of beukezaad gelijken, van waar ook de Grieksche naam Phagopyrum? ‘Epidemisch, geslachteigen, algemeen;’ meer gebruikelijk in den zin van besmettelijk, afge- | |
[pagina 308]
| |
leid van epidemie, besmettelijke ziekte. - ‘Halleluja, niet looft Hem,’ maar looft Jehova! - ‘Hyperbool, fig. “overdreven,” 1. overdrevene of vergrootende spreekwijze; vandaar hyperbolisch. - Klimaat, hoogte van ligging “eener plaats” enz.; liever, naar het gewone gebruik, luchtsgesteldheid. - “Logarithmus, rekentafel, kunstgetal,” waarvan alleen het laatste te pas komt, en dan zonder verdere omschrijving nog niet goed verstaan kan worden. - “N.L., verkorting der Latijnsche uitdrukking non liquet, een regtsgeleerde term, welke beteekent, dat de zaak genoegzaam toegelicht is, om er oordeel of vonnis over te vellen;” immers “niet genoegzaam” enz.? want letterlijk is het: “het blijkt niet; het is niet duidelijk.” - “Oölist, versteende schelp,” denkelijk te lezen “oolith, versteend ei;” zoo ook zoölyte, versteend dier,’ 1. ‘zoölith. - “Paraphe, pennetrek onder eene naamteekening,” 1. verkorte handteekening, alleen door eene of meer voorletters.’ - Bij ‘phosporus, [letterlijk lichtdrager] een ligchaam, dat in het donker licht van zich geeft,’ had wel nader mogen aangewezen worden, wat men daardoor in de Natuurkunde verstaat. - ‘Pragmatisch, datgeen, wat algemeen nuttig en leerrijk is.’ Niet alles, wat van dien aard is, wordt pragmatisch genoemd; maar dit woord wordt gebruikt van die behandeling der Geschiedenis, waarbij men niet slechts de gebeurde zaken verhaalt, maar ook de oorzaken, uitwerksels en gevolgen der daden en gebeurtenissen navorscht. Mogt dus de Verzamelaar, bij nieuwe herziening of meerdere uitwerking van zijne Proeve, op deze en dergelijke bijzonderheden acht geven, dan zou zijn werk nog meer tot die volkomenheid naderen, welke zekerlijk in verzamelingen van dezen aard moeijelijk te bereiken is. |
|