Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840
(1840)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 281]
| |
De Heer ruychaver geeft in het voorberigt zijne verwondering te kennen, dat nog niemand in ons vaderland de pen opgevat heeft, om de landgenooten met de voordeelen van het stijfselverband bekend te maken. Wat de eigenlijke kennis van het verband betreft, is dit in zekeren zin toch reeds geschied. Behalve de mededeelingen, op bl. II vermeld, heeft ook de Heer schreuder nog al uitvoerig over hetzelve gehandeldGa naar voetnoot(*). Het komt hier dus meer aan op eigenlijke waarnemingen, - op hetgeen de ondervinding, bij het gebruik van dit verband, omtrent deszelfs al of niet doelmatigheid leert. Dit schijnt ook hetgeen de Heer ruychaver bijzonder verlangt. In het algemeen is dit verband met elke nieuwe uitvinding, of althans met eene hernieuwde voorstelling of verbetering van een of ander verouderd of vergeten genees- of heelkundig hulpmiddel, gelijk te stellen. De ondervinding leert van allen, ook geen uitgezonderd, dat geen genees- of hulpmiddel, hoe voortreffelijk in zichzelve, zonder uitzondering aanwendbaar is. Dat het stijfselverband, in vele gevallen, met een gelukkig gevolg aangewend kan worden, is buitenslands genoeg bewezenGa naar voetnoot(*), en te Leyden en ook te Utrecht schijnt het reeds meermalen met eene gelukkige uitkomst gebezigd te zijn. Alle Heelkundigen denken echter niet even gunstig over het stijfselverband. Wij meenen gelezen of gehoord te hebben, dat de beroemde roux, te Parijs, geen voorstander van hetzelve is. Eenen man van de ondervinding en verdiensten van roux moet toch mede eenig gezag toegekend worden. Daar het echter in Genees- en Heelkunde niet zoo zeer op gezag als op eene beredeneerde ondervinding aankomt, zoo hangt van haar zeer veel af. En- | |
[pagina 282]
| |
kele waarnemingen kunnen dus hier geenszins beslissend zijn. Een zeker getal waarnemingen, opgaaf der gevallen, waarin dit verband al of niet aanwendbaar was, waardoor dus, zoo veel mogelijk, de aanwending bepaald wordt; dit is het, wat ook voor ons vaderland vereischt wordt; dit inzonderheid is het vraagstuk, hetwelk beantwoord moet worden, daar het niet aan waarnemingen ontbreekt, dat dit verband zeer doelmatig is en in vele gevallen met een goed gevolg kan gebruikt worden. Langs dezen weg komt men tot hetgeen in de kunst zoo veel afdoet: de waarneming der daadzaken te raadplegen, die meer waarde hebben dan theoriën, (verg. schreuder ter aangeh. pl. bl. 375.) Er is vooral één punt, hetwelk bij dit verband niet uit het oog mag verloren worden, hetwelk de aandacht der leeken vooral tot zich trekt, en daarom die van den Heelmeester niet ontgaan mag. Bij elk geneesmiddel of geneeswijze vraagt men naar de betrekkelijke gevalligheid of den spoed, waarmede het werkt of bewerkstelligd kan worden. Wanneer men dezen of genen hoort, dan zou men zeggen, dat van een stijfselverband de lijder niet meer hinder heeft, dan of men hem een sterksluitend kleedingstuk aangelegd had; dat hij al aanstonds weder tot zijne werkzaamheden kan terugkeeren. Indien de Heer laugier de voorzigtigheid te verre drijft, zoo is het aan de andere zijde niet voorzigtig, althans er worden nog nadere waarnemingen vereischt, om den lijder te spoedige en nog al belangrijke bewegingen te laten maken, vooral bij beenbreuken der onderste ledematen. Geeft men te dezen opzigte te veel toe, de lijders veroorloven zich nog meer, en de ongunstige uitkomst is niet het uitvloeisel hunner onvoorzigtigheid, maar de schuld van den Arts, en de methode verliest ten onregte het vertrouwen. Men houde bij de beoordeeling en aanwending van dit verband steeds in het oog, dat de genezing der gebrokene beeneinden door de Natuur moet bewerkstelligd worden. Geene werktuigelijke, geene gewone geneesmiddelen zijn hier van eenig nut of treffen doel, wanneer de Natuur niet het hare doet. Door doelmatige hulpmiddelen kan deze werking der Natuur zeer geholpen wor- | |
[pagina 283]
| |
den, om namelijk de beeneinden in eenen blijvenden stand te houden. Men vergete echter tevens niet, dat de callusvorming slechts gunstig kan voortgaan bij een kalm levensproces. Om deze reden zouden wij het reizen met beenbreuken ontraden. Is er dan al wederom geen middelweg tusschen zes weken uitgestrekt en als onbewegelijk te liggen en om met eene beenbreuk met den paardenpost te reizen? Eene natuurlijk oppervlakkige geschiedkundige beschouwing beslaat de tien eerste bladzijden dezer Verhandeling. Zij kent larrey de eer toe, het onbewegelijk verband uit de vergetelheid gered te hebben, en aan Dr. seutin te Brussel, hetzelve tot meerdere volkomenheid gebragt te hebben. Eene uitvoeriger behandeling zoude met het doel van den Schrijver niet wel overeen te brengen geweest zijn. Tot bl. 25 loopt hij de breuken door, bij welke dit verband aanwendbaar is, beschrijft hij de aanlegging, en noemt eenige punten op, die als ongunstig moeten worden aangemerkt voor het gewone verband. De nadeelen worden hier wat sterk gekleurd, vooral dat zulk een verband te bewegelijk is. De zweeftoestellen ondergaan desgelijks eene beoordeeling. Bij gegoeden zijn deze aanwendbaar, even als alle zamengestelde en kostbare werktuigen; in de schamele woningen zijn zij niet te gebruiken, en in Hospitalen laten zij zelfs veel te wenschen over. Wij voor ons gelooven, dat het onbewegelijk verband, hoe wèl bezorgd zijnde, bij vervoer van den lijder, hem niet altijd van bezwaar vrijwaart; zijn de wegen slecht, dan kan niets van dien aard tegen de schokken van het rijtuig beveiligen. Met bl. 25 gaat de Schrijver als lofredenaar en verdediger van het stijfselverband voort, en, even als bij de opsomming der nadeelen, hier ter gunste met eenige vooringenomenheid. Maar, daar gelaten hetgeen naauwlettende ondorvinding nog meer zal trachten op te helderen, de toepassing van dit verband zal ook als eene belangrijke bijdrage voor de Geneeskundige Dienst bij de legers in aanmerking komen. Doelmatiger zal het voortaan geacht kunnen worden, het pakpaard bij de armee met eene hoeveelheid lijm- of kleefstof te belasten, dan met geneesmiddelen, die zeer goed achter | |
[pagina 284]
| |
de zoogenaamde toonbank gereed gemaakt kunnen worden, maar tot welker bereiding men eigenlijk ter plaatse, waarvoor het pakpaard bestemd is, geene gelegenheid heeft, en zelfs de noodzakelijkste gereedschappen in dien paktoestel niet voorhanden zijn. Het strekt echter welligt tot groote gerustheid van het korps, dat het pakpaard ook geneesmiddelen drage, waarvan een gedeelte niet te pas komt, van geen nut is, en de plaats wegneemt, die veel doelmatiger met een' ruimeren voorraad van linnen, pluksel enz. zoude kunnen aangevuld worden. Na de beoordeeling van het stijfselverband, die tot bl. 53 zich uitstrekt, zal de Schrijver het goede, door hem er van gezegd, ook met eenige waarnemingen, zoo van hem als van anderen, staven. Tot de zijne behooren de 1ste, 2, 4, 7, 11, 12, 13 en 14de; de 3de is hem door zijnen kunstgenoot krieger medegedeeld; de 5de en 6de zijn van vreemden oorsprong; de 8ste, 9de en 10de waarnemingen zijn van de Heeren vriens en schreuder herkomstig. De laatste waarnemingen van den Schrijver hebben ten doel, het geruimen tijd aanblijvend verband in aanmerking te brengen voor gebreken, waar men het aangedane lid gedurende eenigen tijd in zekeren zin onbeweegbaar wil maken. Het zoude inderdaad een onderzoek waardig zijn, in hoe verre men van dit verband een nuttig gebruik zoude kunnen maken, om eene gewrichtsaandoening door verstijving tot genezing te brengen. De Schrijver besluit zijne Verhandeling met de vermelding van eenige wijzigingen, die sedert alreeds omtrent dit verband opgegeven of in werking gebragt zijn. Wij hopen, dat de Heer ruychaver geene reden zal hebben, om zijne beschuldiging verder uit te breiden, dat men over het geheel in de bestrijding van het stijfselverband niet zeer edelmoedig noch strikt eerlijk te werk is gegaan. Wij hopen almede, dat de bedenkingen, door ons niet ter bestrijding, maar als uit den aard der zaak voortvloeijende in het midden gebragt, door hem niet onder de herschen- (lees hersen-) schimmige zullen geteld | |
[pagina 285]
| |
worden. Het is ons om waarheid te doen. Hoe meer eene zaak van bedenkingen wordt ontheven, des te meer wordt hare nuttigheid bevestigd. |
|