gezette lezing van hetzelve begaf, hoe vond hij zich al meer en meer bijster teleurgesteld! Toen bevond hij, dat barginet den ouden Held der Hervorming eenen romantischen rok van moderne snede had aangetrokken, die den gewezen Augustijner monnik even weinig zou gepast hebben, als den herdersknaap david de wapenrusting van saul; onder anderen, dat hij den armen koorknaap luther, aan de deuren der huizen, niet alleen psalmen en geestelijke liederen, maar ook Noordsche balladen laat zingen; dat hij hem als jongeling op catharina van bora zeer sentimenteel en romanesk laat verlieven; dat hij wel eenige historische daadzaken uit luther's mannelijk leven en bedrijf aanvoert, en overal vereerend van hem spreekt, maar zijn verhaal met vele verdichte en geheel vreemdsoortige episoden doormengt, waarin luther of bijna geene, of slechts eene ondergeschikte en hem kwalijk voegende romantische rol speelt, terwijl deszelfs ware Evangelische geestkracht naauwelijks te voorschijn komt; dat hij verder geen doeltreffend verslag van deszelfs verrigtingen en verdiensten geeft, maar somtijds eenige jaren overspringt, of zich van sommige hoogstbelangrijke punten, b.v. van deszelfs verblijf op den Wartburg, kort afmaakt; dat hij hem eindelijk, in het voorlaatste hoofdstuk van het tweede Deel, op romantische wijze met zijne geliefde catharina laat trouwen, en hem hierop, in het laatste hoofdstuk, met oversprong van deszelfs verdere levensjaren, laat sterven. In korte woorden, barginet heeft van de geschiedenis van luther een' alledaagschen roman gemaakt, daarin eenige tooneelen uit 's Mans leven opgenomen, die hem het meest te pas kwamen, en het overige met fictiën van den hedendaagschen trant aangevuld, welke het Rec. voorkomt, dat in de
beschrijving van een leven, zoo rijk in ware en belangrijke gebeurtenissen, en van zulk eene verheven godsdienstige strekking, als dat van luther, niet noodig, ja geheel kwalijk geplaatst zijn. Het verwonderde hem dus niet, naderhand te zien, hoe lublink weddik, die in zijn loffelijk historisch werk zichzelven en zijne lezers zoo geheel in het leven en bedrijf van den Hervormer heeft trachten te verplaatsen, en hem waarlijk te schilderen, zoo als hij geweest is, aan zijn verontwaardiging over het oorspronkelijke werk van barginet, in zijne Pandora, III, 2, bl. 184-200, lucht gegeven, en het als heiligschennis, aan de Geschiedenis gepleegd, aangeklaagd, en in een luimig