de Nederduitsche, Fransche, Hoogduitsche en Engelsche talen, enz. Door J.E. Gailer, Leeraar aan het Lyceum te Tubingen. Naar den vierden Hoogduitschen druk in het Hollandsch vertaald door L. Hakbijl. Iste Aflevering. Te Rotterdam, bij F. Hartmann, Jr. 1839. In gr. 8vo. 64 bl. f :-70.
Bekend is comenius, die in 't begin der zeventiende eeuw leefde, door zijne Janua linguarum reserata, waarin hij eene nieuwe methode, om de talen te leeren, te voorschijn bragt, door afbeeldingen de aandacht der jeugd trachtte te boeijen, en de taal alzoo aanwendde als middel tot het verkrijgen van kennis omtrent al wat ons omgeeft. Eene latere uitgave van dit werk droeg den naam van Orbis sensualium pictus, en heeft tot voorbeeld verstrekt aan vele Bilderbücher, waarbij de verklaring in onderscheidene talen gegeven werd. Ook dit werk is van denzelfden aard, en heet op den langen, door ons nog merkelijk verkort medegedeelden, titel naar eene vroegere uitgave van comenius bewerkt te zijn. Dit moet men echter niet te letterlijk opvatten, daar bij de planten b.v. van linnaeus gesproken wordt, en het geheel ook voor den tegenwoordigen tijd is ingerigt, gelijk de titel almede opgeeft. Over de uitvoering kunnen wij uit deze eerste Aflevering nog slechts gebrekkig oordeelen. Wij vinden hier in 26 tafereelen de volgende onderwerpen behandeld: de wereld, den hemel, het vuur, de lucht, het water, de wolken, de aarde, de oppervlakte der aarde, de mineralen of delfstoffen, de bloem en hare deelen, de boom en zijne deelen, de vruchtboomen, de boomen met breede bladeren, de boomen met naaldvormige bladeren, de palmboomen, de heesters en struiken, de vreemde gewassen, de tuingewassen. Aan eene wetenschappelijke kritiek kunnen wij natuurlijk deze voor de jeugd geschrevene bladen niet onderwerpen. Hier en daar kwam ons het Fransch niet geheel
zuiver voor. Maar bovenal laten de houtsneefiguren veel, zeer veel te wenschen overig.