Verhaal van den Reistogt en Expeditie naar de Nederlandsche Bezittingen ter westkust van Afrika, (kust van Guinea.) Door H.F. Tengbergen, Ridder, Kapitein-Luitenant, kommanderende Zr. Ms. Korvet Amphitrite, in 1838. 's Gravenhage, bij S. de Visser en Zoon. 1839. In gr. 8vo. VIII en 138 bl. f 2-20.
In de maand Februarij van het jaar 1838 ontving het Gouvernement berigten van Sint George d'Elmina, de hoofdplaats der Nederlandsche bezittingen ter kuste van Guinea, gewag makende van onlusten, waarbij de Heer tonneboeijer, Gouverneur ad interim van die kolonie, en de meeste Europesche ambtenaren, door de Negers, onder aanvoering van bonsoë, Koning van Hanta, waren vermoord. Tot beteugeling van deze onlusten, en tot handhaving van het Nederlandsch gezag, werd de Generaal-Majoor verveer met eene genoegzame gewapende magt afgezonden. Deze krijgsmagt zou door middel van de korvet Amphitrite en de schepen de Merwede en de Rhoon en Pendrecht worden overgebragt. Aan den Schrijver van dit verhaal werd het beheer omtrent alle zeezaken, den togt betreffende, opgedragen. De dagbladen hebben in der tijd de voornaamste bijzonderheden, dezen togt betreffende en deszelfs afloop, bekend gemaakt. De opstandelingen werden beteugeld, en de hoofden van den opstand, onder anderen ook bonsoë, met den dood gestraft. In zoo ver beantwoordde de onderneming aan de bedoelingen van onze Regering. De aanleiding echter tot den opstand onder de Negerbevolking en het verlies van zoo vele menschenlevens, onder anderen ook dat van den verdienstelijken Generaal verveer, die de overwinning slechts korten tijd overleefde, zijn te betreuren. Als eene bron voor de geschiedenis, als een gedenkschrift van de volbragte onderneming, verdient het thans aangekondigde werk de aandacht van het publiek; en de Heer tengbergen heeft door zijn welgeschreven verhaal aanspraak verworven op den dank van zijne landgenooten. Eene afbeelding van den reeds genoemden uiterst leelijken Negerkoning, van het fort St. George d'Elmina op den titel, en eene
kaart van dat gedeelte der kust van Afrika, waarop de Nederlandsche bezittingen gelegen zijn, versieren het werk, hetgeen wij ook wegens den duidelijken stijl gaarne aanbevelen.