Rattlin de Zeeman, door Kapitein Marryat. Uit het Engelsch. II Deelen. Te Haarlem, bij de Wed. A. Loosjes, Pz. 1838. In gr. 8vo. 727 bl. f 7-20.
Deze roman verscheen in het Engelsch met een kort voorberigt van Kapitein marryat, waarin hij blijkbaar eenvoudig als uitgever van het werk eens anderen optreedt. Het ging daarmede intusschen, zoo als het dikwijls gaat. Het groote publiek geloofde hem niet, en hield hemzelven voor den Schrijver. Dit verwondert Rec. niet; maar wel bevreemdt het hem, dat mannen van kunde zich hier een oogenblik hebben kunnen vergissen. Indien er eenige waarde te hechten is aan inwendige bewijzen voor de authentic van geschriften, indien er iets waars is in het gezegde van buffon: le style c'est l'homme, dan kan men onmogelijk het daarvoor houden dat Rattlin de Zeeman uit de pen van marryat gevloeid is. De stijl en trant is zoo geheel verschillend, dat men schier zich niet verbeelden kan, hoe men hem voor den Schrijver kon houden. Men vergelijke eens den verhaaltrant in Pieter Simpel en Rattlin. Het naast bij komt misschien de Zeeöfficier, en dezen heeft de Schrijver zich blijkbaar ten voorbeeld gesteld. Er is eene zekere zwaarmoedigheid in stijl en trant, een gemis van die losheid en gemakkelijkheid, welke wij bij marryat bewonderen, en wij missen die ook daar, waar geestige en luimige tooneelen worden geschilderd.
Daarmede wil Rec. echter niet zeggen, dat er in dezen roman niet veel goeds en zelfs fraais is, en dat howard (dat is de nu bekende naam des Schrijvers) niet een verdienstelijk volger van marryat is. Integendeel, hij toont menschenkennis en gave van karakterteekening te bezitten. Er is veel waarheid in zijne voorstellingen, en daardoor treffen zij. Hier en daar zijn stuk-