en de laatste tijden hebben zoo veel opgeleverd, wat ons geslacht belangrijker moet zijn, dat onmogelijk voor dien gedenkdag op den duur de gewenschte belangstelling kan worden gevoeld. Hoe is het bijna algemeen met den gedenkdag van Waterloo? Eene enkele maal moge die viering dan gelukken, en moge men bij de godsdienstige herdenking er in slagen, om door de herinnering van het schier vergetene belang in te boezemen, op den duur gaat dat niet, en zal de nu welligt opgewekte geestdrift natuurlijk verflaauwen. Zij, die het woord moeten voeren, zullen het als eene lastige, onaangename en nuttelooze taak beschouwen; zij, die hoorders moesten zijn, zullen van lieverlede wegblijven, en doelloos volksgewoel zal misschien na weinige jaren het eenige overblijfsel zijn. Moge dit dan slechts niet ontaarden!