Naauwkeurigheid van een' reiziger in Holland.
Na een verslag (?) gegeven te hebben van de burger- en godsdiensttwisten in ons Vaderland in 1619 en de volgende jaren, gaat de reiziger van 1839 voort: ‘Het is veelligt niet overtollig hierbij te voegen, dat de Arminiaansche sekte nog heden bestaat. Hoezeer men de kerk, die de Arminianen in het Noord-Einde (in den Haag) gesticht hebben, duldt, is het er echter ver af, dat zij bij de menigte welgezien zijn. De Leeraars brumelerkamp en scholten, die vóór drie jaren voor de Hollandsche regtbanken vervolgd werden, kleefden de leer van arminius aan, en begeerden de vrije belijdenis van dezelve.’
Dit fraaije berigt vindt men in een Fransch werkje van theodore juste, (zoo 't schijnt een gesingeérde naam) getiteld: Un Tour en Hollande 1839, Bruxelles 1839. De Schrijver schijnt een jonge Belg te zijn, die van den thans gesloten Vrede gebruik maakte, om Holland te leeren kennen. Onze thans voor de Belgen zoo beleefde Boekhandelaars, die ook het fraaije Prospectus van Les Belges peints par eux-mêmes (welk een schoon tafereel zal dat zijn!) overal verspreiden, zullen ook zeker dit belangrijk en leerrijk werkje met veel genoegen door ons geheele Vaderland verzenden. Reeds zagen wij er een exemplaar van met den naam eens Amsterdamschen Boekhandelaars op den gedrukten omslag.