Mozart's graf.
Den 7 December 1792, op eenen stormachtigen winteravond, werd mozart's lijk, zonder eenige praal, te Weenen naar het Matzleindorfer kerkhof gebragt. Niemand volgde de kist, dan een arm muzikant, een grijsaard, die zich door sneeuw en vorst niet terughouden liet, om den grooten meester deze laatste eer te bewijzen. Kort daarna overleed ook deze man; en daar hij de eenige was, van wien men met zekerheid, onder de groote menigte grafheuvels op dat kerkhof, de juiste rustplaats van mozart zou hebben kunnen vernemen, zoo is, ondanks alle latere navorschingen, de aardschol, die het gebeente van den grooten toonkunstenaar dekt, onbekend gebleven. Thans, na verloop van bijna eene halve eeuw, en nadat geheel Duitschland zich beijverd heeft, door ruime bijdragen, het ontwerp, om mozart's nagedachtenis door een gedenkteeken te verheerlijken, te verwezenlijken, heeft eindelijk ook Wee-