verkeer. Liefde is vindingrijk. De briefwissel ging zijnen gang, werd min of meer ruchtbaar, en kwam ten laatste ook den oom ter ooren. Wat zou hij doen? Goedhartig van aard, kon hij de vereenigde smeekingen van het verliefde paar, gerugsteund door die van bijzondere vrienden, niet langer weêrstand bieden. Hij gaf dus in het einde zijne bewilliging; maar onder deze voorwaarde, dat men hem het middel kenbaar maakte, waardoor zij, ondanks al zijne waakzaamheid, de correspondentie hadden weten te onderhouden, opdat hij voor 't minst de hem ongetrouwe handlangers konde straffen. Hoe stond hij te kijken, toen hij vernam, dat hij zelf de overbrenger dier minnebriefjes was geweest! Den minnaar, namelijk, was het bekend, dat de oude Heer dagelijks om denzelfden tijd zeker koffijhuis bezocht. Derwaarts vervoegde zich dan ook telkens de jongeling, en speldde, terwijl de oom, in een zijvertrek, zijn partijtje whist speelde, onder diens mantelkraag een klein briefje vast, waarop hij des anderen daags, op dezelfde wijze, het antwoord van zijne beminde bekwam. - De oude Heer lachte en - vergaf.