Bijdragen tot de kennis en verspreiding der oude Letterkunde. Iste Stukje. Te Utrecht, bij H. Kemink en Zoon. 1838. In kl. 8vo. IV en 134 bl. f 1-20.
Wij achten het eene zeer doeltreffende en loffelijke onderneming van den ons onbekenden Vertaler dezer fragmenten uit de oud-Grieksche en Romeinsche Letterkunde, waarvan wij thans het eerste Stukje aankondigen, om op zulk eene wijze het in de oude Letteren niet ingewijde publiek daarmede eenigermate bekend te maken. Dit eerste gedeelte behelst: De val der Priesterregering en de komst van darius, den zoon van hystaspes, op den troon van Perzië (herodotus, 3de boek, van hoofdstuk 67-87); plutarchus aan apollonius (brief ter vertroosting bij den vroegtijdigen dood van diens zoon); plato's Crito (gesprek van crito met socrates, waarbij deze weigert, met overtreding der wetten van den Staat zijnen kerker te ontvlugten); en pleitrede van cicero voor a. licinius archias (ten betoge, dat laatstgemelde als Romeinsch burger erkend moest worden.) Keus en behandeling zijn tot dusver gelukkig. Voor elk stuk heeft de Vertaler eene inleiding gevoegd, ten einde den lezer op het regte standpunt te plaatsen; terwijl bovendien eenige weinige aanteekeningen aan den voet der vertolkingen inlichting geven omtrent hetgeen hier of daar duister mogt zijn, of opmerkingen mededeelen betrekkelijk